Oud-student

‘Ik kwam de opleiding gemakkelijk door, totdat ik moest afstuderen’

Christian in 2020, foto: Kees Rutten

Op weg naar het 25-jarig jubileum van Hogeschool Utrecht interviewt Trajectum een serie oud-studenten van verschillende generaties.

Over leven en studeren, in een tijd die achter ons ligt, aan een hogeschool in ontwikkeling.

De eerste aflevering: Christian begon in 2011 aan Communication and Multimedia Design (CMD) en is nu recruiter bij uitzendbureau YoungCapital.

‘Van mijn vrienden uit Den Haag was ik de enige die naar Utrecht ging. Ik voelde me meteen thuis in De Uithof, er hing een fijne sfeer. Mijn klas was divers: qua leeftijd, afkomst en interesses. Aan het eind van mijn eerste jaar ben ik uit de kast gekomen. Moeilijk was dat niet, mijn studiegenoten reageerden gelukkig allemaal goed. Ik voelde me geaccepteerd. Utrecht voelt soms klein aan, maar het blijft een moderne stad.

Ik was een doorsnee student. Ik ging naar bijna alle colleges, nam mijn studie serieus, maar was ook weer niet extreem streberig. Op stap ging ik regelmatig. In Den Haag, waar ik op kamers zat, in Amsterdam en eens in de twee weken in Utrecht. Vaak waren we in EKKO, BASIS of Tivoli te vinden. De eerste jaren van mijn studie zat Tivoli nog op de Oudegracht. Ook bestond HAL16 toen nog. Dat was een industrieel ogend, oud schoolgebouw met toffe technofeestjes. Naar concerten en festivals ging ik ook vaak. Something Happening Somewhere en CATCH bijvoorbeeld, beide in Tivoli.

Een paar tientjes per maand

Om al die leuke dingen te kunnen doen, was mijn lening onmisbaar. De eerste jaren kreeg ik nog een basisbeurs en leende ik niet zoveel bij, de laatste jaren was het bedrag dat ik leende maximaal. Waarom zou ik zo zuinig gaan leven, dacht ik. Je studietijd is toch een investering in je toekomst? Als ik niet had geleend, was ik langer bij mijn ouders blijven wonen en had ik minder kunnen genieten van mijn studentenleven. Dat ik nu een paar tientjes per maand moet missen, vind ik niet zo erg. Dat is het zeker waard geweest.

CMD was trouwens niet mijn eerste keus. Na mijn havo ben ik eerst begonnen aan Media en Entertainment Management op Hogeschool Inholland in Den Haag. Rond diezelfde tijd kwam Inholland onder vuur te liggen, omdat ze te makkelijk diploma’s uitgaven. Ik zat nog in m’n eerste jaar, was onzeker en besloot ermee te stoppen. Het liefst wilde ik fotografie studeren aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, maar die opleiding zat vol. Uiteindelijk kwam ik bij CMD uit, waar fotografie ook onderdeel van uitmaakte.  

Weinig diepgang

De studie was breed opgezet. We hadden theoretische vakken, zoals communicatie, marketing en psychologie. Maar we leerden ook games bouwen, HTML coderen, filmen, editen en schrijven. We moesten bijvoorbeeld met een eigen redactie een magazine maken. Apparatuur, zoals camera’s en microfoons, konden we altijd lenen van de HU. Het was een praktische en creatieve opleiding. De docenten waren aardig, de vibe was relaxed en je werd bij veel projecten vrijgelaten.

De afwisseling had ook een keerzijde. De opleiding was zo breed dat je je in geen enkel vak écht specialiseerde. Daarvoor waren er te veel verschillende richtingen en was de informatie te oppervlakkig. Soms miste ik de diepgang. Zo kreeg je tijdens fotografielessen vooral basisinformatie over compositie en belichting. Informatie die je gemakkelijk zelf online kunt opzoeken. Achteraf dacht ik dan: was dit het?

Stoppen met eerste afstudeeropdracht

Ik kwam de opleiding gemakkelijk door, totdat ik moest afstuderen. Het bedrijf waar ik mijn afstudeeropdracht deed, een jongerenredactie, wilde dat ik vooral uitvoerend werk deed. Ze beloofden me meerdere keren dat ik tijd zou krijgen voor mijn opdracht, maar dat gebeurde niet. Het zorgde voor stress. Moest ik wel doorgaan? Ik ging ermee naar bed en stond ermee op. Na overleg met mijn afstudeerbegeleider besloot ik te stoppen. Het bedrijf reageerde gelukkig goed. Maar deze keuze zorgde wel voor een vertraging van een half jaar. In eerste instantie zat dat me dwars, twee dagen later merkte ik: het leven gaat door. Dit was het beste wat ik had kunnen doen.

Ik vond al snel een nieuw afstudeerbedrijf: het Gemeentemuseum Den Haag. Daar besloot ik zelf een interactieve app te ontwerpen. Een tof project, ik zat helemaal op mijn plek. Toch verliep het ook dit keer niet vlekkeloos. Ik kreeg een herkansing en de verdediging van mijn afstudeerproject was kielekiele. Mijn begeleiders hadden kritiek op de onderbouwing van het fundament van het project. Ik weet nog dat ik misselijk van de zenuwen op de gang wachtte op de uitslag. Had ik het gehaald of niet? Toen kwamen de verlossende woorden: gefeliciteerd, je bent geslaagd. Met vrienden ben ik naar een café in Utrecht gegaan. Wat een gek gevoel had ik toen. Blij, maar tegelijkertijd leeg. Een last viel van mijn schouders. Ik was gewoon klaar.

Omdat de studie zo breed was, leidde het niet tot een specifiek beroep op. Heel erg vond ik dat niet, ik heb altijd van het ene baantje naar het andere gehopt. Na mijn studie werkte ik bij Nieuwe Schoolfoto, een fotografiebedrijf. Daarna ging ik een tijdje op reis. Toen ik terugkwam, had ik geld nodig en begon ik bij Picnic. Al snel werd ik teamleider van de klantenservice. Na twee jaar was ik toe aan wat nieuws. Nu werk ik bij YoungCapital. Ik vind het leuk met mensen en voor mensen te werken. Op het gebied van communicatie heb ik zeker wat aan mijn opleiding gehad. 

Af en toe op je bek gaan

Vooral van mijn afstudeerperiode heb ik een hoop geleerd. Het is niet erg om af en toe op je bek te gaan. Juist op dat soort momenten ontwikkel je jezelf. We maken allemaal wel eens fouten. Ik heb het idee dat de huidige studenten banger zijn om te falen. Natuurlijk wil je de beste zijn, maar laat dat niet ten koste gaan van je studententijd. Dat zou vooral een leuke tijd moeten zijn, die niet alleen maar bedoeld is om te presteren.

Ik was vier jaar lang een blij mens. Lekker studeren op het Janskerkhof, pas om 14.00 uur naar colleges. Dat onbevangen gevoel. Op mijn twintigste had ik het nog niet door, maar alles stond nog voor me open. Achteraf had ik misschien voor een minder brede studie moeten gaan, maar ik neem mezelf de keuze niet kwalijk. Ik was nog zo jong. De laatste tijd speel ik met het idee de pabo te doen. Het was mooi geweest als ik dat tien jaar geleden had bedacht, maar c’est la vie. Als ik het echt wil, kan het nu nog steeds.’