Maartje studeert Communicatie aan de HU en schrijft columns voor Trajectum
‘Een benefiet met 500 man publiek, daar ga jij vast goed spelen.’ zeiden ze tegen mij. Ik was samen met twee andere comedians uitgenodigd om in Lelystad te komen spelen voor Flevoland Fietst Tegen Kanker. Daarnaast zou een aantal middelbare scholieren gaan fietsen om geld op te halen tegen kanker. Voor de organisatoren was vooraf een grote show georganiseerd om ze te bedanken en wij mochten dat versieren met 40 minuten comedy.
Ik vond het spannend om een keer in een grote zaal op te treden. Ik ben nu een jaartje bezig met stand-up comedy en heb vrijwel alleen in zalen van maximaal 100 man gespeeld, dus dit was even wennen. Maar ik ging er met zelfvertrouwen naar toe, misschien wel iets té veel zelfvertrouwen.
Waar ik niet op had gerekend was dat de eerste vier rijen van de zaal gevuld waren met allemaal 15- en 16-jarigen die gingen fietsen. Ik voelde een afstand, zowel in hoogte van het podium als in leeftijd. Meteen paniek.
‘Dus.. hebben jullie al plannen om te hospiteren?’ Ik werd verveeld aangekeken, natuurlijk hadden ze nog geen plannen om te hospiteren. Twee meiden recht voor mij hadden mij al mentaal weggeswiped.
Contact zoeken met zestienjarigen is een van de lastigste dingen die ik ooit op het podium heb gedaan en daar tel ik solo zingen in de groep 8 musical bij mee. Je kon windmolens aandrijven met het gezucht van de eerste rij. Wat bizar voelt, want er zit maar vijf jaar verschil tussen mij en die kids. Toch voelde het alsof ik tegen vreemde wezens praatte.
Die 10 minuten op het podium duurden langer dan ooit. Ik sloot mijn set af, kreeg een bos bloemen en heb me daar na afloop strategisch achter verstopt toen ik de foyer door moest. Er kwam een vader naar mij toe, legde een hand op mijn schouder en vroeg: ‘Was dit je eerste keer?’ Ik schudde nee en hij zei: ‘Oh.. Nou, wil je volgend jaar anders gewoon fietsen?’