Lauren Kooyman doet Journalistiek aan de HU.
Je hebt twee soorten studenten: degene die meegaat met de studiereizen, bier tapt op het introkamp en alle studie-activiteiten bezoekt. En ik, die al haar klasgenoten nog steeds met ‘HU’ in haar telefoon heeft staan (als ik ze heb opgeslagen).
Ik verkoos roeitrainingen en huisavonden boven karaoke in de HideOut. Als ik per ongeluk een college Werktuigbouwkunde was binnengelopen, zou ik daar evenveel mensen hebben gekend als op mijn opleiding. En nu heb ik spijt. Ik wil niet afstuderen als ‘dat meisje waarvan niemand de naam kende.’
Ik heb nog een half jaar om het tij te keren. Na minor en stage zette ik vorige week weer voet in de Uithof. Met een halfuur speling – ik calculeerde in dat ik het lokaal moest zoeken alsof het Wally in een zoekpuzzel was – stapte ik mijn voorlichting binnen. Als een verdwaalde eerstejaars, maar dan met afstudeerpaniek en angst voor de journalistiek-groupies.
Ik ontmoet de gezichten die bij de onbekende namen uit de maillijst horen. Ik herken die blik: zij vinden dit blijkbaar net zo spannend als ik. Deze mensen ga ik het komende halfjaar elke dag zien. Samen blokken we studiesessies op maandag tot en met donderdag in de agenda: in paars, hoofdletters, dreigend – GROEPSPROJECT.
Uit overcompensatie begin ik mijn groepsgenoten de oren van hun kop te lullen. Op zoek naar gedeelde smart: eindeloze herkansingen, liefdesperikelen en de vraag welke week het meest geschikt is om collectief in te storten. Ook die breakdown gaat in de agenda. Pimpelpaars. Daarna ploegen we gezamenlijk door 84 pagina’s research van de opdrachtgever, wat achteraf het verkeerde document blijkt te zijn.
Tot mijn verrassing stemt mijn groepje in met een kop koffie voor het volgende college. Opgelucht stap ik in de overvolle tram naar huis. Misschien gaat het me lukken HU-vrienden te maken in mijn laatste zes maanden. Volgende week vraag ik naar hun favoriete karaoke-nummers. Ben ik aan het eind van mijn studie ook nog een keer in de HideOut geweest.