Henk Penseel was (onder andere) docent aan de HU en blogt sinds 2010 voor de Trajectum-site. Ditmaal over Koran, Bijbel en democratie op school.
Mijn moeder ging voor de Tweede Wereldoorlog naar een Joodse ulo (uitgebreid lager onderwijs). Ze kende veel Jiddische worden en met gemak sprak ze met zowel een Amsterdams als met een Jiddisch accent. Mijn dochter deed haar laatste havo-jaar op een school met voornamelijk Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse drop-outs. Velen van hen haalden toch hun diploma, onder wie mijn dochter, die daarna naar de pabo ging. Behalve het goed imiteren van de accenten nam ze ook nieuwe culturele kennis mee. Mijn kleinzoon zit op een interconfessionele basisschool (een fusie tussen een protestants-christelijke en rooms-katholieke basisschool), omdat die om de hoek is.
De leerkrachten op die school geven les vanuit hun eigen overtuiging, waardoor de geleerde kerstliedjes minder over kerstbomen maar meer over kindeke Jezus gaan. Dat de kinderen Bijbelverhalen te horen krijgen, vind ik net zo min erg als dat kinderen op islamitische scholen luisteren naar verhalen uit de Koran. Alleen zou het in mijn ogen prettig zijn als verteld wordt dat het verhalen zijn en dat het bestaan van God of Allah niet een waarheid als een koe is. Voor beide geloven eigenlijk niet zo’n prettige vergelijking, die misschien beter zou passen bij het Hindoeïsme.
Sommige gelovige ouders geven hun kinderen bewust bepaalde normen en waarden mee. Andere gelovige ouders laten het bewust aan anderen over, die ervoor geleerd hebben. Beide groepen kiezen wel bewust voor hun kinderen een school die bij hun denkbeelden past. En dat kan in ons land, waar artikel 23 van de Grondwet het bijzonder onderwijs toestaat.
Op school hoor je kennis te maken met veel godsdiensten, niet met één in het bijzonder, met het ontstaan van de diverse godsdiensten en met de betekenis van al die geloven in de wereld door de eeuwen heen. Nog belangrijker vind ik dat kinderen op school leren ‘dat de kernwaarden als de democratie, de rechtstaat, de gelijkheid van iedereen en het recht op vrije meningsuiting boven persoonlijke overtuiging gaan’, schrijft ook Aleid Truijens in de Volkskrant.
Daarom ben ik geen voorstander van pabo’s die specifiek opleiden voor leerkracht op bijvoorbeeld katholieke, antroposofische (vrije) of gereformeerde/reformatorische basisscholen. Door de fusie van de HU met de katholieke Hogeschool Domstad is deze laatste nu onderdeel van de faculteit Educatie en kunnen studenten nog steeds hun akte van bekwaamheid godsdienst/levensbeschouwing halen. Toch gaat mijn hart en ook hersenen meer uit naar het dit jaar 150 jaar bestaand openbaar onderwijs.