Büsra Kondakçi (23) studeert Journalistiek aan de HU.
‘Waar kom je vandaan?’ Een vraag die iedereen weleens krijgt. Op vakantie of als uitwisselingsstudent. Maar, voor genoeg mensen ook in het dagelijkse leven, in het land waar ze zijn geboren en getogen. Ik krijg hem vaak genoeg voorgeschoteld, soms van wildvreemden. En daar voel ik me niet altijd comfortabel bij.
Ik ben benieuwd of ik de enige ben die hem soms zo onprettig vindt en ga erover in gesprek met verschillende studenten. Ze zullen me bepaalde inzichten gegeven, maar daarover later meer.
Student International Business Ghazal Bahrampour (24)
‘Mensen vragen nog eerder naar mijn afkomst dan naar mijn naam. Gelijk zo’n persoonlijke vraag, het gaat je helemaal niets aan. Ik wil er gewoon bij horen en doe mijn best als ik Nederlands spreek. Ik heb alles achtergelaten om me hier eindelijk veilig en thuis te voelen, maar dan krijg ik het gevoel dat ik er niet bij hoor.
Wanneer ik vertel dat ik uit Iran kom, reageren mensen gechoqueerd. Ze vragen gelijk door naar de situatie daar en of er oorlog is. Daarom zeg ik nooit dat ik een vluchteling ben. Ik wil niet dat ze me zielig vinden, ik heb geen hulp nodig. Ik stel me gewoon voor als internationaal student, dan vraagt niemand verder.
En dan hoor ik van sommigen dat die vraag uit interesse komt. Nee, als je echt geïnteresseerd was zou je me andere vragen stellen. Ze willen me in een hokje plaatsen en dat voelt niet goed. Het maakt me onzeker en ik voel me aangevallen. Ik vind het ook nog eens onbeleefd. Ik heb never nooit een witte Nederlander een andere witte Nederlander horen vragen waar die vandaan komt. Maar als het om mij gaat, iemand met zwarte haren en een accent, dan is die vraag opeens wel normaal?’
Arthur Haveman (25), student International Business
‘Ik krijg de vraag nooit, want ik zie er ook Nederlands uit. Maar ik ben net terug uit Zuid-Korea, daar heb ik een half jaar een minor gedaan.
En het eerste of tweede wat ze me vroegen was waar ik vandaan kwam. Dat vond ik wel logisch want ik zie er natuurlijk anders uit. Onder de internationale studenten is het normaal om die vraag te stellen. Het is leuk om te leren van elkaars cultuur. Ik voel me een wereldburger en ik wil van iedereen wat leren.
Ik heb nooit een nare ervaringen gehad met die vraag. De intentie is belangrijk en de vraag an sich is niet zo ernstig. Als je hem op een manier stelt als “wat doe je hier”, dus op een racistische manier, dan is hij niet fijn.
Of die vraag kwetsend is? Ik weet niet in hoeverre ik het daar mee eens ben. Ik had in Zuid-Korea bijvoorbeeld nooit het gevoel gehad er niet bij te horen. De verschillen van uiterlijk en cultuur kunnen juist iets leuks brengen, in plaats van iets negatiefs. Ik zie dus niets verkeerds aan die specifieke vraag. Ik snap dat het voor sommige mensen gevoelig kan zijn, maar ik denk ook dat mensen zich niet buitengesloten moeten voelen als ze die vraag wel krijgen.’
Nan Coa Blokhuis (27), student Journalistiek
‘Ik kreeg de vraag als kind naar m’n hoofd geslingerd. Kinderen zijn zo nieuwsgierig. Inmiddels zijn mensen bewuster dan tien jaar geleden. Toen waren mensen wat wereldvreemder of dommer. Ik heb het vroeger wel een tijdje irritant gevonden als mensen vroegen waar ik vandaan kom. Dan snauwde ik ze af, door ‘gewoon Nederlands’ te zeggen. Maar op een gegeven moment besefte ik dat ik vaak genoeg zelf nieuwsgierig ben naar mensen. En op de basisschool zat er een ander jongetje in de klas die ook geadopteerd was, ik besefte later pas dat ik het hem ook vroeg en dus ook vooroordelen had. Die vraag is dus niet altijd vervelend bedoeld en het komt niet altijd voort uit slechte intenties maar uit nieuwsgierigheid.
Mijn vriend leerde me dat het vooral de associatie bij de vraag is die naar voelt. Hij houdt veel van geschiedenis en culturen en vertelt me altijd dat mijn Chinese roots iets moois zijn en dat ik er trots op mag zijn. Als kind zag ik de negatieve kanten van het “anders zijn”, maar nu zie ik het anders. Toen we voor het eerst samen aan het dansen waren in Colombia, vroeg hij me waar ik vandaan kwam. “Uit Nederland” antwoordde ik. Hij zei “oké’ en we dansten verder. Het zal ook vast de alcohol zijn geweest, maar ik vond dát juist zo leuk aan hem, haha.
Ik heb met uitgaan wel eens dat een jongen op een dommige manier vraagt waar ik vandaan kom. Hij vroeg dan eerst naar mijn naam en vroeg er dan achteraan of het een Chinese naam is. Maar ik heb bijvoorbeeld ook lang gehockeyd, en hoewel ik daar niet per se deze vraag hoorde, is racisme daar in het algemeen een ding. Ze hebben er nog veel te leren.
Onwetende, lieve mensen die nieuwsgierig zijn vind ik nooit erg. Maar kakkers die het allemaal dondersgoed weten en er dan expres naar vragen? Daar kan ik niets mee.’
Reghardt Bloem (20), student International Business
‘Ik kom uit Zuid-Afrika en heb lang in Koeweit gewoond. Maar woon nu sinds drie jaar in Nederland. Ik vind de vraag naar waar je vandaan komt juist leuk en stel die geregeld zelf aan mensen die ik leer kennen. Het is normale interesse, want iedereen is vandaag de dag een beetje buitenlands. Als ik vertel dat ik uit Zuid-Afrika kom, kijken mensen vaak verward. Je hebt er niet veel witte mensen, dus ik vertel er graag over.
Ik kan begrijpen dat mensen het niet leuk vinden en vind het daarom ook goed als ze hun grenzen aan geven. Maar ik vind ook dat je trots moet zijn op waar je vandaan komt. Ik stel de vraag, maar niet omdat ik iemand wil labelen. Zo vraag ik witte Nederlanders geregeld ook naar waar ze vandaan komen, dan leer ik meer over Nederlandse plaatsen.
De context maakt wel degelijk uit. Je moet deze vraag bijvoorbeeld niet stellen als je iemands naam nog niet weet. En het slaat natuurlijk ook nergens op om hiermee mensen te groeperen. Er zijn overal mensen met slechte bedoelingen, maar raak ook niet door die ene vraag overstuur.’
‘Waar kom je vandaan?’ is een vraag die ik op vakantie makkelijker beantwoord dan in Nederland. Dan zeg ik gewoon uit Nederland. Maar als ik die vraag hier in Nederland krijg van wildvreemden, ben ik geneigd om sarcastisch te antwoorden. Of om een heel relaas te houden, dat vaak zo gaat: ‘Ik ben geboren en getogen in Nederland, mijn vader trouwens ook, maar zijn ouders dan weer niet, die kwamen destijds om te werken naar Nederland. Oh en mijn moeder komt uit Turkije, zodoende ben ik dus eigenlijk Turks, maar voel ik me beide, ofzo.’ Eigenlijk vind ik dit ongemakkelijk veel informatie voor iemand die ik niet ken. Mensen reageren ook niet echt, ze knikken en vragen me iets anders. Of ik vraag hun met een glimlach waar zij vandaan komen.
Ik denk dat zoals dat in het Engels wordt gezegd time and place erg belangrijk is. Het kan vervelend zijn als je een statement wil maken dat ik anders ben. Maar als je oprecht geïnteresseerd ben praat ik er met liefde over. Ik merk bij mezelf dat ik er de afgelopen jaren minder moeite mee heb. Ik kan mijn Turkse roots beter accepteren en vind het prima om er iets over te delen. Een dubbele nationaliteit is eigenlijk een verrijking van mijn leven en niet zo zeer iets negatiefs. Maar op momenten dat de onzekerheid de overhand heeft en iemand duidelijk niet de beste bedoelingen heeft, is het als een vorm van racisme verstopt in dagelijkse micro agressie.
Ik kom er met de dag achter dat het leven niet zo zwart-wit is als mijn puberbrein dacht. Dus na al deze studenten gesproken te hebben weet ik dat ik gewoon moet polsen of iemand De Vraag oké vindt, het verschilt immers per persoon. Maar ik blijf het oncomfortabel vinden als het een van de eerste dingen is die je me vraagt. Al hoeft je me De Vraag in ieder geval niet meer te stellen, na dit stuk.