Filmpjes van succesvolle onderwijs- en onderzoeksprojecten, interviews met collegeleden, de presentatie van het boek over het 25-jarig bestaan van de HU. Het zijn de ingrediënten van de eerste helft van de online jaaropening van de HU op donderdag 27 augustus. Die vond plaats in een pop-up studio in een van de gebouwen. Zo’n 1300 studenten en medewerkers volgden thuis de livestream.
De jubilerende HU en collegevoorzitter Jan Bogerd zijn met elkaar verknoopt. Daarom mocht Bogerd in vijf minuten hun gezamenlijke geschiedenis van 25 jaar uit de doeken doen. Maar die ging nog verder terug, zei hij. Bogerd studeerde immers in een ver verleden sociaalpedagogische hulpverlening aan De Jelburg, een van de voorgangers van de HU.
Hij werd later docent aan de economische opleidingen toen er in de klas nog met bord en krijt werd gewerkt, zei hij. Later werd hij faculteitsvoorzitter, lid van het college van bestuur en in 2015 voorzitter van het college. Jaarlijks reikt de hogeschool aan 6000 studenten een diploma uit. In 25 jaar zijn dat 150.000 professionals. Een belangrijk gegeven, meent hij. ‘De HU als motor voor de individuele ontwikkeling.’
Gevolgen van het coronavirus
Op dat moment zijn de gevolgen van het coronavirus op de hogeschool en de ervaringen van de andere collegeleden al de revue gepasseerd. Dagvoorzitter Rens de Jong (onder andere BNR Radio) vroeg de collegeleden naar hun speerpunten. Wilma Scholten op Reimer was nog maar anderhalve maand begonnen als nieuw collegelid waarna de HU op slot ging. Zij maakte zich sterk voor het inbedden van onderzoek. Tineke Zweed benadrukte dat de hogeschool ondanks het thuiswerken en online onderwijs een gemeenschap blijft.
Scholten op Reimer wees erop dat de onderlinge contacten online vaak zakelijk en efficiënt zijn. ‘De vanzelfsprekendheid van ontmoetingen is weggevallen’, zei ze. ‘Dus moet je de informele contacten plannen, organiseren’, tipte ze.
Collega-collegelid Zweed memoreerde dat er achter de schermen hard gewerkt is om zaken goed te laten functioneren. Zoals het in de lucht houden van de digitale leeromgeving en de organisatie van online open dagen. Bogerd benadrukte dat gebaande paden wellicht verlaten moeten worden, bijvoorbeeld bij stages. ‘Die kunnen we wellicht korter maken.’
Studenten erbij betrekken
Wilma Scholten op Reimer gaat ervan uit dat deze situatie met beperkt fysiek onderwijs nog een tijd gaat duren. ‘We moeten de studenten erbij betrekken hoe wij dit als hogeschool goed kunnen doen.’ Ze wees erop dat het aantal aanmeldingen voor studentenorganisaties behoorlijk hoog is.
Bogerd betoogde dat het vak van de docent in principe hetzelfde is: de studenten zich laten ontwikkelen. Maar de context is wel veranderd, meent hij. Het bord en de krijtjes maakten plaats voor computers en digitale schoolborden. Ook zijn de economische omstandigheden anders dan bijvoorbeeld 25 jaar geleden. En er tekenen zich grenzen aan de groei af. Vanwege het klimaat maar ook door de pandemie.
Vragen vanuit de maatschappij
Studenten kunnen de problemen samen met de samenleving proberen op te lossen, betoogde hij. Gedurende de eerste helft van de jaaropening kwam tal van voorbeelden aan bod waarbij de HU vragen vanuit de maatschappij oppikt. Bogerd: ‘Een hogeschool is bij uitstek de instelling om dit aan te pakken.’
Hoe dit zo gekomen is valt te lezen in het boek ’Altijd onderweg, 25 jaar HU’, over het 25-jarig bestaan van de HU. Hans Oosters, Commissaris van de Koning van de provincie Utrecht, nam vanmiddag het eerste exemplaar in ontvangst.
Zie ook: