Achtergrond

‘Ik ben braaf, maar ook een rebel’

Sinds 1 januari is Jan van Zanen (52) burgemeester van Utrecht. Hij was ooit wethouder in de Domstad, maar de afgelopen 8,5 jaar droeg hij de ambtsketen van Amstelveen. Toen Van Zanen de kans kreeg om terug te keren, greep hij die met beide handen aan: ‘Ik hou van deze stad!’ 

Jan van Zanen is een maand in functie als Trajectum op een maandagochtend zijn kamer op het gemeentehuis binnenstapt. In een wit overhemd, de manchetten bij elkaar gehouden door knopen waar het stadswapen in is geslagen, wandelt hij door z’n riante werkkamer. Bretels houden zijn pantalon omhoog en een montuurloos brilletje zorgt ervoor dat hij de dikke stapels printjes op z’n bureau kan lezen.

Voordat het interview begint, wil hij wat dingen duidelijk maken: dit is een kennismakingsgesprek dus we gaan het niet over de actuele politiek hebben en ook niet over z’n kinderen, want die hechten nogal aan hun privacy. Oké. Hoe bevalt het om burgemeester te zijn van Utrecht?

‘Het is veel, het is hartverwarmend, het geeft energie en het slurpt energie. Ik zoek me een weg tussen stapels dossierstukken en hele lieve mensen. Ik kan niet zeggen dat ik alleen maar geniet met volle teugen, maar het komt dicht in de buurt.’

Edam-Volendam
Van Zanen werd 52 jaar geleden geboren in Edam-Volendam als zoon van een ondernemer en een verpleegkundige. Van Zanen: ‘Dat heb ik ervaren als de perfecte opvoeding voor een burgemeester. Ik moet aan de ene kant zakelijk zijn, maar aan de andere kant ook heel zorgzaam. Ik heb dat allebei meegekregen.’

De jonge Jan gaat naar het gymnasium, hij is goed in geschiedenis en haalt daarvoor een negen op z’n eindlijst. Grieks en Latijn liggen hem minder: ‘Ik had tien uur per week zes jaar lang Grieks en Latijn van meneer Tichelman, een man van de oude stempel die me gevormd heeft. De mythologie kon ik uit m’n hoofd leren, maar die vertalingen moest ik uit m’n tenen halen.’

Na de middelbare school weet Van Zanen niet goed wat hij wil studeren. Hij twijfelt tussen geschiedenis, journalistiek en Duits. Van Zanen: ‘Ik ben nog met m’n vader naar een open dag van de School voor Journalistiek geweest. Hij vond dat helemaal geen goed idee, maar zei: “Als jij dat wil jongen, zet ‘m op!”.’

Jaren tachtig
Uiteindelijk koos hij voor rechten in Amsterdam omdat hij als jurist aan het werk wilde. Hij specialiseerde zich in staats- en bestuursrecht.

Op z’n 21e vertrok Van Zanen naar de Cornell University Law School in het Amerikaanse Ithaca om daar Master of Laws te worden. Hij schreef een brief – dat doet ‘ie trouwens nog steeds graag, met de hand – om een beurs te krijgen en is tot de dag van vandaag dankbaar dat men hem die kans gunde:
‘Het vormt je als je op die leeftijd van huis en haard weg bent. Ik heb daar anderhalf jaar gezeten en keihard gestudeerd. Je leest nu dat universiteitsbibliotheken hier in de weekenden bomvol zitten, dat was daar toen al. Studenten studeerden daar van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat terwijl er hier, in de jaren tachtig, toch meer een cultuur heerste van “dat kan morgen ook wel”. En nu zijn we twintig jaar, wat zeg ik, dertig jaar verder. Jeetje, papa wordt oud!’

Heel netjes
De leergierige leerling die Van Zanen ooit was, is hij nog steeds: ‘Ik heb altijd hard gewerkt, daar moet ik het van hebben: hard werken en discipline. Maar aan de andere kant verzet ik me tegen het keurslijf. Als jij zegt: “Ik wil dat je dat doet”, dan begin ik al te steigeren en zeg ik: “Pardon? Dat maak ik zelf wel uit!” Dat is de liberaal in mij. Ik ben braaf maar ook een rebel, maar dat doe ik dan ook weer heel netjes. Een rebel in een keurslijf, zoiets.’

Na z’n studie verhuist Van Zanen naar de Domstad, waar hij met vrouw en kinderen ‘met veel liefde en plezier’ woont. Hij werkte als landelijk VVD-voorzitter en wethouder toen hij in 2005 burgemeester van Amstelveen kon worden.

Van Zanen: ‘Ik was halverwege m’n tweede termijn in Amstelveen toen dezelfde functie in Utrecht vrij kwam. Ik besloot het te proberen want als ik dit mooie vak – met alle nadelen en toestanden – kon uitoefenen in de stad van mijn dromen, dan moest ik het proberen. En het lukte.’

Op kamers
Van Zanen verhuisde in december in z’n eentje naar een huurhuis in Rivierenwijk. Van Zanen: ‘”Pap gaat op kamers”, riep m’n dochter gekscherend toen ik ging verhuizen. Zij is uit huis en is ondertussen wel drie keer verhuisd. Een half jaar geleden bracht ze een kist met gebarsten mokken en andere niet bij elkaar passende spullen terug. Ze had die niet meer nodig. Toen ik ging verhuizen, heb ik die kist meegenomen, ik kon het mooi gebruiken.’

Van Zanens vrouw en zoon wonen nog in Amstelveen, maar kunnen niet wachten tot hun huis daar is verkocht en ze definitief kunnen verhuizen .

De afgelopen weken waren een trip down memory lane voor de nieuwe burgervader. Hij fietst door de stad, ontmoet nieuwe mensen, schudt handen van oude bekenden en ontdekt wat er nu speelt: ‘Het is nieuw, maar tegelijkertijd heel vertrouwd. Sommige dingen hebben zo’n baard dat ze al speelden toen ik hier woonde en werkte, maar sommige dingen zijn ook enorm veranderd. Ik heb een prentenboek in m’n hoofd van hoe het 8,5 jaar geleden was. Ik heb geluk, want ik zie hoe mooi het allemaal is geworden zonder dat ik alle sores, problemen en de omrijroutes heb meegemaakt.’

Communiceren
Als burgemeester van Amstelveen hield Van Zanen online een weekboek bij waarin hij beschreef wat hij had gedaan en wie hij had gesproken. Sinds hij in Utrecht is begonnen, zijn er geen nieuwe artikelen meer op de site verschenen. Jammer, vindt de burgemeester, want hij vindt het heerlijk om te schrijven.

Hij heeft het er te druk voor: ‘Het kost een dagdeel om zo’n verhaal een beetje persoonlijk en goed te schrijven. En die tijd heb ik nu niet, ik ben blij dat ik nog leef. Wel maak ik aantekeningen van de leuke dingen die mensen tegen me zeggen. Van de week was ik bij breiende granny's in Overvecht. Een kok bereidde daar schorseneren en vertelde me dat die groenten vroeger ‘huisvrouwenverdriet’ werden genoemd omdat het zoveel werk is om ze schoon te maken. Als ik deze week een blog zou moeten schrijven zou die ‘Schorseneren of huisvrouwenverdriet?’ heten.’

Nieuwe raad
Ondanks de drukte vindt de burgemeester het belangrijk dat Utrechters hem een beetje kunnen blijven volgen. Twitter ziet hij niet zitten, maar hij is wel met wat anders bezig: ‘Ik moet communiceren en mensen laten zien wat ik doe, anders zien ze me alleen bij publieke optredens en dat is veel te beperkt. Ik ben van plan m’n agenda wat meer aan te kleden en die openbaar te maken. En ik ga door met wat ik de afgelopen weken al deed: de stad in om opnieuw kennis te maken met de inwoners. Ik wil ontdekken wat ze van de stad vinden en ik wil wat doen met de dingen die mensen zeggen. Misschien maak ik wel een lijst met tien adviezen voor de nieuwe raad of wordt het op termijn toch weer een weekboek.’

De bode laat weten dat het half uur met de burgemeester erop zit en dat het tijd is om te gaan. Op de valreep moeten we het toch even over politiek hebben, want op 19 maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen en dan doet onder andere de nieuwe Utrechtse jongerenpartij Student & Starter mee. De burgemeester vindt dat een verrijking, of ze nou succesvol blijken of niet: ‘Het succes van zo’n nieuwe club – en of dat nou deze club is of een andere, want ik moet het algemeen houden als burgemeester – zegt iets over de bestaande politieke partijen in een stad. Zo’n nieuwe partij zet thema’s op de agenda die andere partijen naar hun mening laten liggen. Of er draagvlak is voor zo’n partij moet nog blijken, er moet nog gekozen worden. Wat mij betreft is het een verrijking en de kiezer beslist hoe het verder gaat.’

HU-studenten
En dan is de burgemeester uitgepraat. Hij moet door, de volgende bezoeker staat alweer te wachten. ‘Wanneer komen we elkaar weer tegen?’, vraagt hij op weg naar de deur. Op 13 maart als u met een groepje HU-studenten tijdens de lunch komt praten over huisvesting, horecaopeningstijden en meer, toch? ‘Oh ja, leuk. Tot dan!’