Interview

‘Je verhaal vertellen getuigt van kracht’

Peter Hendriks en Elias

Het belooft een bijzonder onderzoek te worden: het project van onderzoeker Peter Hendriks en zijn team over diversiteit binnen de HU. Mensen met een verschillende achtergrond interviewen elkaar diepgaand, wat moet leiden tot een boek – maar ook tot helende werking. Omdat ervaringskennis zoveel kan toevoegen, zo ervaart ook Social Work-student Elias van Mourik.

Op 6 juli 2017 lanceerde de minister van Onderwijs de campagne Students-4-Students, om gelijke kansen in het hoger onderwijs te stimuleren. Hogeronderwijsinstellingen en studenten mochten een voorstel doen voor deze campagne. Hogeschool Utrecht deed dat voor het tweejarig project ‘Jong-leren met verschil’. Het kreeg daarvoor 200.000 euro toegekend.

Sinds september werken Peter Hendriks, onderzoeker bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie, en zijn team aan het project. Bedoeling is dat studenten met een multi-etnische achtergrond, lhbt’ers en mensen met een lichamelijke beperking zich beter thuis gaan voelen op de HU. De eerste stap in het onderzoek is dat twintig studenten uit bovenstaande groepen elkaar diepgaande interviews afnemen. Stap twee is dat ze samen mooie dingen gaan maken: schilderijen, films, portretten.  

Verhalen

Het onderzoek richt zich hiermee vooral op ‘ervaringskennis:’ volgens Hendriks een waardevolle toevoeging, naast de kennis uit de ‘wetenschap’ en uit de ‘praktijk’. De onderzoekers willen zoveel mogelijk weten wat de ervaringsdeskundigen hebben meegemaakt en hoe dat voor ze was. Maar, benadrukt hij, het gaat nadrukkelijk niet om de zielige verhalen en de ongelijke kansen. Het moet ook gaan over de kracht en weerbaarheid die je kunt krijgen als je niet in het standaard stramien meeloopt.

In totaal komen er een stuk of 84 verhalen, die aan het einde in een boek gebundeld worden. Deze ‘narratieve verhalen’ spelen vaker een rol in de onderzoeks- en therapiewereld: ze geven je leven zin en helpen je om bepaalde gebeurtenissen te verwerken, vertelt Hendriks. Hij verwacht dat er zowel universele als specifieke verhalen in het boek zullen komen en dat is ook precies wat hij beoogt: erken de verschillen en kijk naar de verbindingen tussen elkaar.

Beyoncé

Social Work-student Elias van Mourik doet mee met het project en probeert uit te leggen waarom: ‘Ik word zo moe van die stereotypen’, zucht hij. ‘Sommige mensen gaan ervan uit dat ik van Beyoncé houd of dat ik wel eens hakken draag, alleen maar omdat ik gay ben. Voor immigranten gelden die voordoordelen ook. Dan gaan ze ervan uit dat moslima’s geen sexy laarzen mogen kopen of nooit een biertje drinken. Ik zag een tekst van Loesje die ik mooi vond, over de Gay Pride: “And let’s have a modest cheer for the introvert gay too.” Hij grinnikt: ‘Toevallig ben ík wel dol op Beyoncé, trouwens.’

Hendriks krijgt geregeld de vraag of een project over minderheden op de HU wel nodig is. Niemand maakt immers toch nog een punt van mensen met een immigratie-achtergrond of andere seksuele voorkeur? En met lichamelijk gehandicapten wordt toch ook rekening gehouden? Hendriks schudt zijn hoofd: ‘We weten dat dat niet zo is, vanochtend bleek op het nieuws dat het alleen maar slechter gaat.’

Volgens Hendriks voeren we niet altijd de goede gesprekken. ‘Als een groepje moslima’s bij elkaar zit, maken mensen zich soms meteen zorgen. Terwijl ik denk: geef die meiden de ruimte, iedereen heeft het recht op en gesprek met gelijkgestemden. Als er zes meisjes met blonde paardenstaarten aan een tafel zitten, zeg je daar toch ook niks over?’

Super mannelijk

Elias vult aan dat de bewustwording van hate speech op school ook te wensen overlaat. ‘Je hoort nog geregeld iemand “vuile flikker” zeggen.’ Wie meer wil weten over de dunne lijn tussen humor en homofobie raadt hij aan om Pisnicht: the movie te kijken.

Is er niet het risico dat je de mensen toch onbedoeld gaat neerzetten als een kwetsbare groep? ‘It’s walking on a thin line’, glimlacht Hendriks. Het is eigen aan dit onderzoek dat je voortdurend op je hoede bent, ook in je taalgebruik. Toch is hij niet van plan de interviews te gaan sturen. ‘Als mensen een verdrietig verhaal vertellen, is dat ook goed. Het feit dat ze ermee naar buiten durven te komen, heeft ook iets krachtigs’, legt hij uit. Wat hem prachtig lijkt, is wanneer mensen uit de lhbt-groep bijvoorbeeld gesprekken over religie gaan voeren met de etnisch-minderheden groep. Elias heeft een andere droom: ‘Het lijkt me te gek als een super mannelijke docent door ons project geïnspireerd zou worden om aan zijn studenten te vertellen dat hij homoseksueel is.’

Hendriks en Elias kijken elkaar aan. De afgelopen jaren is er veel veranderd. Er zijn meer mogelijkheden gekomen voor mensen in een rolstoel, het homohuwelijk is legaal geworden en sommige vooroordelen zijn minder hardnekkig geworden. Gelukkig is de tolerante groep groter geworden. Maar de conservatieve groep is harder gaan schreeuwen. Dus we zijn er nog niet, concluderen ze.

Studenten die mee willen doen aan het onderzoek kunnen mailen naar s4s@hu.nl.