Jeanne Spaan is docent bij de Bachelor Medische Hulpverlening aan de HU. Daarnaast werkt ze op de operatiekamer in het Rotterdamse Maasstadziekenhuis. Nu, in tijden van corona, werkt ze op de Intensive Care. ‘Ik heb geen idee meer van welke dag het is.’ Een kort gesprek in hectische tijden.
‘Ik ben gewend aan patiënten die beademd worden, dus voor mij is dat niet vervelend om te zien. Alleen het coronapak waarin ik werk, is nogal warm en het masker zit strak op mijn gezicht. Normaal gesproken hebben we vijftien intensive care bedden, maar momenteel zijn het er 36. We hebben één ruimte voor de normale IC en drie voor corona-patiënten.
Normaal gesproken ben ik medisch hulpverlener anesthesie en zie ik altijd patiënten onder narcose. Alleen worden ze nu niet geopereerd, maar moeten we ze bewaken en verzorgen.
De voorbereiding van de operatiekamer is nu ingericht voor coronapatiënten. Ze liggen bij elkaar, met gordijnen ertussenin. De één is wakker, de ander onder narcose. De ruimte is er niet op gebouwd om zoveel beademingsapparaten te laten draaien, dus het is er heet. Op de achtergrond wordt hard gewerkt aan klimaatbeheersing. De intensivecareverpleegkundigen en anesthesieverpleegkundigen zijn elkaars kennis aan het overdragen. Dat is wel bijzonder aan deze situatie. De sfeer is rustig en saamhorigheid is troef.
Eén familielid per 24 uur
Ons werk op de IC is zoals gebruikelijk: patiënten voeden, wassen, hun vitale functies meten, beademing controleren en dergelijke. Ik denk dat mijn collega’s op gewone afdelingen het zwaarder hebben. Patiënten die zich melden met klachten en vervolgens opgenomen worden, hebben vaak al een laag zuurstofgehalte in hun bloed zonder dat ze het merken.
Het virus maakt je longen kapot. Je weet dat een deel van die mensen snel achteruit zal gaan en het op de IC niet zal redden. Een gesprek daarover voeren en het begeleiden van die patiënten is zwaar. Er mag één familielid per 24 uur langskomen, tussen 18 en 20 uur. Maar vaak is die familie zelf ook ziek, of komen ze van ver weg en hebben geen tijd.
Studenten kunnen niet helpen
Ik leid studenten op voor een Bachelor Medische Hulpverlening. Onderwijs is belangrijk, maar het maatschappelijk belang gaat vóór. Waarschijnlijk moet ik straks meer gaan werken. Ik ben niet zozeer bang voor de piek in het aantal patiënten, maar wel in de piek van het aantal medische medewerkers dat straks ziek thuis zit. Daarom krijgen we allemaal een spoedopleiding voor de IC.
Normaal gesproken werk ik 24 uur, maar afgelopen weken waren het er 36. Ik heb geen idee wanneer het weekend is. Studenten laten komen om te helpen, dat heeft geen zin. Ze zijn simpelweg nog niet goed genoeg. Je werkt op de afdeling omdat je iets hebt toe te voegen. In het andere geval blijf je thuis.’
Graag wil Spaan op 1/4/2021 terugkomen op het artikel.
‘Het punt dat studenten niet kunnen helpen wil ik wat nuanceren. Studenten kunnen zeker helpen als helpende hand. Zeker de oudere jaars die zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren zijn een toegevoegde waarde. Maar ook andere studenten kunnen helpen met bijvoorbeeld omlopen en aanvullen op de afdelingen. In het Maasstad ziekenhuis worden deze werkzaamheden echter al door andere collega’s gedaan. Dus hebben we daar nu geen studenten voor nodig.
Dat studenten thuis moeten blijven als ze niks toe te voegen hebben, wat bedoeld voor studenten die net begonnen zijn en als doel hebben mee te kijken op de IC of OK. Zij hebben nu geen toegevoegde waarde voor het behandelproces en kunnen daarom om besmetting te voorkomen beter thuis blijven.’