De tweewekelijkse column van Journalistiek-student Jelle de Ru, over zijn belevenissen in Aarhus – Denemarken. Deze keer: Jelle probeert avontuurlijk te zijn in Kopenhagen. Waar eindigt dat?
.
Na de eerste maand colleges wordt studeren in het buitenland steeds meer gewoon studeren.
De patronen slijten er al snel in: dezelfde kroeg, dezelfde mensen, zelfde supermarkt en sportschool. Voor je het weet ben je gesetteld in een stad waar je de taal niet spreekt. De eerste twee weken waren vol avontuur en voelde als vakantie, maar als het nieuwe eraf is, dan voelt het al gauw gewoontjes.
Maar ik kwam hier als avonturier, dus ga ik niet voor gewoontjes. Veel internationale studenten hier in Denemarken combineren studeren met korte tripjes, dus ik dacht: dat kan ik ook! Een dagje Legoland was leuk om te sleur te doorbreken, maar bij de Lego-safari waren de dieren voornamelijk van Lego gemaakt en omringd door kleine kinderen, dus het echte avontuurlijke gevoel kreeg ik daar niet. Ik had meer nodig. Zoals één van de grootse denkers van onze hedendaagse geschiedenis sprak: ‘Ik moet effe op vakantie ouwe’ – Lil’ Kleine.’
Gelukkig kwam mijn school zelf met de redding. De Deense School voor Media en Journalistiek had een tripje naar Kopenhagen gepland, voor een fototentoonstelling en lezing. En de school betaalde de reis, die begon op een donderdag. Dus was een weekendje Kopenhagen zo geregeld – dacht ik.
Maar de meeste klasgenoten waren een stuk minder avontuurlijk dan ik, die gingen liever terug naar Aarhus om te studeren. Studeren?! Daarvoor verhuisde ik niet naar het buitenland! Gelukkig kreeg ik één klasgenoot zo ver om een weekendje met mij in een Airbnb-kamer te vertoeven. Op naar de hoofdstad.
Op vakantie hoort de wekker vroeg te gaan. Bij mij ging ie al om vijf uur, het is immers vier uur met de bus naar de Kopenhagen en we moesten om 11 uur op de afgesproken locatie zijn. Omdat ik snakte naar avontuur had ik alles uit handen gegeven. Mijn klasgenoot uit Noorwegen had alles geregeld. Geweldig idee. Onze aansluiting stopte niet bij de goede halte, dus misten we de bus naar Kopenhagen. Dan maar een bus later.
Maar soms, heel soms, heb je een aangelegenheid waar ‘te laat’ ook betekent dat je niet meer naar binnen mag. Met nog 5 minuten om 15 minuten lopen te volbrengen, begon ons avontuur in Kopenhagen. Beiden met enorme backpacks op de rug zetten we het op een lopen. Twee rennende toeristen door het centrum van Kopenhagen, bepakt alsof zij een week moesten overleven in de wildernis. Buiten adem, druipend van het zweet en bijgekomen van een bijna-doodervaring, hadden we het gered. We waren op tijd.
Helaas was de bus niet het enige waar ik mij mee had moeten bemoeien. De Airbnb was 25 minuten per trein van het centrum verwijderd. Het voordeel van een goedkoop verblijf ging op aan treinkaartjes heen en weer naar het centrum.
En natuurlijk, het is een stad die je niet kent en je moet vertrouwen op wat je leest op het internet, dus een verkeerde inschatting is zo gemaakt. En ik maakte ook een fout door te lezen dat je het standbeeld van de Kleine Zeemeermin het beste vanaf een rondvaartboot kan bekijken. Dat was deels waar, maar voornamelijk als je de rug van het standbeeld wil zien en een foto wil maken van twintig toeristen die wel het juiste uitzicht hebben. Maar vergeleken met onze Airbnb viel dit nog mee. Want onze verblijfplaats bleek niet alleen zo goedkoop omdat het ver weg was. Er was nog een reden: we verbleven in het huis van een net gescheiden man, die de kamer van zijn dochter verhuurt als zij er niet is. Die dochter is acht jaar.
Daar lig je dan na het uitgaan, dronken, met z’n tweeën op een roze kinderkamer met prinsessengordijnen en kindertekeningen aan de muur. Mijn reisgenoot op een matras op de grond en ik in een net iets te klein bed. Heerlijk, dat avontuur.