Zondag 14 mei is het tweede raceweekend van het Nederlands Kampioenschap Karting. Na een succesvol eerste raceweekend, staat Jordy Westerlaken (23) bovenaan de ranglijst van het NK. De tweedejaars student Commerciële Economie aan de HU ziet ernaar uit om komend weekend zijn eerste plaats te verdedigen.
‘Het eerste raceweekend voor het NK was apart. De weersomstandigheden waren wisselend. Het weer speelt een grote rol bij karten, bijvoorbeeld in de keuze voor je banden. Een lekker regenachtige dag heeft mijn voorkeur. De andere coureurs weten dit ook en gaan er vaak zelfs al vanuit dat ik win als het regent. Dat zorgt altijd voor een beetje extra druk.
Ondanks het wisselende weer, wist ik al op zaterdag in de vrije trainingen snelle rondetijden neer te zetten. Ik was zeven tiende sneller dan de andere rijders. Ja, dat is een groot verschil in de kartwereld. Op zondag was het verschil tijdens de kwalificatie iets kleiner. Maar met drie tiende voorsprong reed ik naar de eerste plaats. Dus mocht ik de eerste hoofdrace vanaf plaats 1 starten. Op zondag werden twee hoofdraces gereden, voor beide kreeg je punten voor het NK.
Zondag pakte perfect voor mij uit. Gedurende de eerste race was het alleen maar aan het regenen, met als gevolg een kletsnatte baan. Daardoor wist ik meteen drie seconden weg te rijden van de nummer twee. Samen met hem reden we zelfs achttien seconden weg van de rest, een enorm gat.
Tijdens de tweede race stopte het met regenen. Gelukkig wist ik de nummer 2 snel op tien seconden achterstand te rijden en vanaf dat moment was het vooral de banden sparen. Op een opdrogende baan kunnen je regenbanden namelijk makkelijk verbranden. Ik denk dat ik nog nooit met zoveel verschil gewonnen heb: 11 seconden.’
Favoriete kartbaan
‘Het eerste raceweekend van het NK was in Berghem, mijn favoriete Nederlandse baan. Niet omdat die baan zo fantastisch is, maar omdat Nederland maar twee professionele kartbanen kent. Veel keuze is er dus niet. Tijdens internationale races kom je langs veel verschillende kartbanen, door heel Europa. Mijn verste reis voor een wedstrijd was naar Portimão, Portugal. Daar reed ik vorig jaar voor de wereldkampioenschappen.
In het buitenland kijk ik altijd uit naar races op het Circuit Erftlandring in Kerpen, Duitsland en het circuit van Sarno in Italië. Op Erftlandring hebben bijna alle grote Formule 1 coureurs gereden: Vettel, Schumacher, Hamilton en natuurlijk Verstappen. De familie Schumacher heeft het in beheer.’
Broer
‘Door mijn broer ben ik in de kartwereld beland. Hij reed vroeger ook NK’s en stopte zes jaar geleden. Toen hij op zijn 17e begon met karten, was ik 10 en kocht mijn vader ook voor mij een klein kartje. Zo is het voor mij ontstaan en tot mijn 15e puur een hobby gebleven. De focus lag bij ons thuis op mijn broer.
Het ging zoals dat altijd gaat: je rijdt zelf ook een keer mee op een baan waar je broer rijdt. Vervolgens doe je een keer een wedstrijd mee en rol je erin.
Nadat mijn broer stopte met karten, ging hij door als monteur voor jonge karters. Hierdoor was hij altijd op de kartbanen te vinden en kwam vaak bij mij kijken. Nu hij daar ook mee gestopt is, volgen hij en mijn moeder al mijn wedstrijden online vanuit huis. Mijn vader is mijn monteur en is daarom altijd aanwezig bij mijn wedstrijden.’
Training
‘Als karter is het belangrijk om op drie elementen te trainen: spierkracht, techniek en concentratie. Trainingsdagen en wedstrijden zijn lichamelijk intensief. Je lichaam wordt blootgesteld aan zoveel G-krachten, soms loopt dat op tot wel vier G. Dit houdt in dat je ribben en je hoofd vier keer zo zwaar onder druk komen te staan. Daarom is het voor een karter erg belangrijk om je armen, nek en core goed te trainen.
Techniek ontwikkel je voornamelijk tijdens de trainingssessies in het het weekend. Door goed naar video’s van jezelf te kijken en de data daarbij te gebruiken, kan precies gezien worden hoe je een bocht beter kan nemen. Op concentratie kan je niet trainen, dat is iets waarin je steeds beter wordt door ervaring op te doen. Door elke wedstrijd volledig op je limiet te rijden, lukt het steeds beter om jezelf goed te concentreren.’
Opleiding
‘Het is altijd goed gelukt om het karten met school te combineren. Af en toe maakte ik schoolopdrachten tijdens een raceweekend in een hotel of in de camper. Dat is natuurlijk niet ideaal, want thuis of op school werk je wat harder en ben je meer geconcentreerd. Nu ik stageloop, is het nog steeds goed te combineren. De individuele trainingen om mijn spierkracht te verbeteren zijn doordeweeks. Hiervoor ben ik niet afhankelijk van een trainer, dus dit kan ik altijd goed voor mijzelf rondom mijn stage inplannen. Voor de rest speelt alles zich in het weekend af.
Tijdens de weekenden zijn het vooral de leuke dingen die ik mis. Zeker tijdens mijn pubertijd werden in het weekend veel feestjes georganiseerd en die moest ik allemaal missen, omdat ik aan het karten was. Maar ik wil op het hoogste niveau presteren en daar geef ik graag dingen voor op.’
Toekomst
‘Vroeger was mijn doel het WK halen. Daar heb ik ondertussen al twee keer aan mee mogen doen en daardoor hecht ik er niet zoveel waarde meer aan. Op dit moment wil ik zoveel mogelijk wedstrijden winnen. Ik heb nog altijd mijn pijlen gericht op deelname aan het volgende WK, hiervoor moet ik in de top 2 van Nederland eindigen. Maar het gevoel is niet meer hetzelfde. Voor mijn gevoel zit ik een beetje in een afsluitende fase van mijn kartcarrière.
Ik heb niet de ambitie om door te groeien binnen de motorsport, door bijvoorbeeld over te stappen naar autoraces. Op een gegeven moment moet je ook ergens geld gaan verdienen en karten kost in principe alleen maar geld. Professioneel karten is daarom ook niet voor iedereen weggelegd. Je bent zelf verantwoordelijk voor de kosten van het bijhouden van de motor en het kopen van nieuwe banden. Het kost ook veel tijd en eist veel van je lichaam. Iedere karter die ik ken heeft last van zijn ribben.
Het lijkt me leuk om straks jonge karters te begeleiden. Door het maken van data-analyses en het geven van advies over de rijstijl op de baan. Hier kan je geld mee verdienen en dan blijf je toch met karten bezig.’
