Marijke Kolk is docent bij de opleiding Journalistiek. Iedere veertien dagen schrijft ze een column voor Trajectum. Deze keer over student Lisa, en de kwetsbaarheid van geluk.
Ze vraagt of ze even met me mag praten. De laatste tijd zit ze niet zo lekker in haar vel. Ze twijfelt aan haar studie, aan zichzelf. Terwijl we even later samen in een leeg klaslokaal zitten en ik naar haar vrolijke krullen en lieve uitstraling kijk, verandert langzaam de stemming. Ik zeg haar dat ze een prachtig interview heeft geschreven voor het honoursproject/boek ‘Blootgelegd’ (ze interviewde daarvoor een getraumatiseerde politieagent), dat ik trots op haar ben, dat ze zichzelf gewoon even de tijd moet geven om na te denken welke kant ze op wil. Opgelucht stapt ze het lokaal uit; Lisa. Een van mijn dierbare studenten. In haar blog schrijft ze niet veel later zich weer goed te voelen. Ze heeft een geweldige zomerstage geregeld bij BNR radio en voelt zich door velen geliefd.
Twee weken terug was Lisa’s uitvaart. Ze werd slechts negentien jaar. Lisa overleed de week daarvoor heel plotseling, nadat ze ineens ernstig ziek was geworden. Wat heb ik gevloekt toen ik het hoorde. Want: hoe lang mag geluk duren? Hoe oneerlijk kan het leven zijn? En hoe moeten, hoe kunnen haar ouders, haar broertje, haar vrienden liefde in dood vertalen, dood in verder leven?
Lisa kon onzeker zijn, maar vooral ook intens genieten van het leven. Ze had veel vrienden, op school en daarbuiten. Dat werd tijdens de uitvaart extra duidelijk. De zaal was te klein voor alle mensen die haar een laatste groet kwamen brengen. En elke spreker, elke foto, elk filmpje bracht Lisa dichterbij. Tot ze zich definitief nestelde in mijn hart.
Toen aan het einde van de middag alle vrienden dansend afscheid van haar namen (een wens die zij ooit geuit had), dacht ik aan mijn stiefdochter (Lisa’s leeftijd). Op de middelbare school schreef zij een verhaal met de titel ‘Dansen op een dak van glas’. ‘Waarom dat dak van glas?’ had ik haar gevraagd. ‘Omdat geluk zo fragiel is, maar je er desondanks nooit bang voor moet zijn en niet stil moet zitten. ’ Lisa zou dit hebben begrepen, dat weet ik heel zeker.
Daarom: Laten we dansen. In vredesnaam. Of liever: in Lisa’s naam.