Lectoren, de hbo-professoren, moeten de spin zijn in het web van het lokale kennisnetwerk. Zijn ze dat? In een interviewserie zoeken we naar het antwoord.
Deel 5: Lex van Teeffelen is lector Financieel-Economische Advisering bij Innovaties. De onderzoeker adviseert (Utrechtse) middelgrote en kleine bedrijven. Bijvoorbeeld bij het aansturen, financieren en de verkoop van het bedrijf, een handeling die nog wel eens stokt. ‘Voor veel ondernemers is het alsof ze hun dochter uithuwelijken.’
Hij levert woorden op maat. De lector die van zijn onderzoeksresultaten verschillende versies voor wetenschappelijke tijdschriften, vakbladen én publieksmedia fabriceert, maakt in dit interview zijn reputatie waar. U vraagt niet eens, wij draaien al. Lex van Teeffelen geeft het interview een persoonlijke draai (scroll gerust vast naar beneden) en begint zelf over samenwerken met studenten.
Vrijwel direct komt hij met voorbeelden. Neem de Utrechtse euro, een initiatief om meer geld binnen de stadsgrenzen te laten rollen. Studenten van meerdere opleidingen ontwikkelen voor dit digitale geld een blockchain, een online register voor alle transacties en kredietverstrekkingen aan ondernemers. En wat te denken van accountancy-studenten Mohamed El Mahyaoui en Khalid El Jerari, die met hun scriptie over Islamic Finance de Hugenotenprijs wonnen. Van Teeffelen: ‘Onze docent-onderzoekers begeleiden studenten en daarnaast begeleid ik zelf vier promovendi, die allemaal instrumenten ontwikkelen om ondernemers te helpen.’
Instrumenten?
‘Bijvoorbeeld een digitale tool die meet hoe ondernemers reageren bij naderende bedrijfsoverdracht en bedrijfsopvolging. Die is heel waardevol, want de reactie van de verkopende partij is cruciaal. Bijna zeventig procent van de op handen zijnde deals gaat niet door, omdat een ondernemer zijn bedrijf niet kan loslaten. Hij of zij is bang voor de leegte, kan de leiding niet overgeven of kan niet kiezen tussen opvolgers. De verkoper maakt vervolgens de prijs zo hoog, dat er geen hond op afkomt. Bij economische tegenspoed kan hij zijn bedrijf aan de straatstenen niet kwijt en móet hij sluiten. Dat geeft naar schatting drie miljard euro economische schade per jaar. Drie miljard! Jaarlijks komen hierdoor 55.000 mensen op straat te staan. Daar moeten we iets aan doen.
Dit lijkt meer op psychologie dan bedrijfskunde.
‘Veel beslissingen in het bedrijfsleven worden niet genomen op basis van rationele argumenten. Het gaat vaak om gewoontes of onbewuste door emotie geleide patronen. Denk aan impulsaankopen. Je ziet iets en je wil het hebben.’
Speelt emotie bij meer projecten een rol?
‘Zeker. Met een nieuw project willen we zes tot twaalf maanden van tevoren financiële tekorten bij bedrijven kunnen voorspellen en voorkomen dat een ondernemer in problemen komt. Op dit moment kijkt een accountant alleen naar de zakelijke rekening van een ondernemer, maar hij moet ook naar de privérekening kunnen kijken. Gebeurtenissen als echtscheidingen of overlijden kunnen bepalend zijn.
Stel: een ondernemer van begin dertig krijgt een ernstig gehandicapt kind. De ondernemer heeft extra geld nodig en trekt daarmee zijn eigen bedrijf onderuit. Nu ziet een accountant alleen nog dat er geld verschuift, maar hij moet ook kunnen zien waarom. Daarom willen we bestaande software uitbreiden met een soort stoplicht. Springt het op oranje, dan is er nog voldoende tijd om in te grijpen.’
Begeeft u zich dan niet op glad ijs? Je komt op iemands privéterrein.
‘Ik heb er geen moeite mee om ondernemers aan te spreken op hun gedrag, omdat ik zelf uit een ondernemersgezin kom. Uit ervaring weet ik dat ondernemers vaak geen scheiding maken tussen zakelijk en privé. Mijn ouders hadden een goed lopend witgoedbedrijf, maar door hun echtscheiding is de onderneming naar de filistijnen gegaan. Mijn moeder startte later een nieuw goed lopend bedrijf in de particuliere thuiszorg. Er meldde zich een koper met een mooi bod, maar ze kon het bedrijf niet loslaten. Een paar jaar later stortte de markt in en kon ze niet anders dan het bedrijf sluiten. Er was niemand geïnteresseerd en het bedrijf werd geliquideerd. Zonde, want ik had haar een leuke aanvulling op haar AOW gegund.’
Had u uw moeder kunnen behoeden met de kennis en tools die u nu heeft?
‘Nee. Heel veel ondernemers zijn stronteigenwijs. Daar is niets tegen te doen. Mijn moeder schoof de beslissing voor zich uit, zo van: dat zien we dan wel weer. Economisch ging het goed. Ik zei: “Maar stel dat het over een paar jaar verkeerd gaat, dan kun je het bedrijf niet meer verkopen.” Toen zei ze: “Dat is dan pech.” En het werd dus pech.’
Kunt u bij andere ondernemers die eigenwijsheid wegnemen?
‘Soms. Confronteren helpt. Ondernemers komen met problemen naar me toe. “Ik heb twee zoons. De ene wil niet in het bedrijf en is wel geschikt. De andere is niet geschikt, maar wil wel. Wat moet ik doen?” Dan zeg ik: “Heb je er wel eens over gepraat met je kinderen en je vrouw?”
Het antwoord is meestal: “Nee, want dan krijg ik ruzie”. Dan zeg ik: “Dan krijg je maar ruzie. Als je er niet over praat en het gaat mis, dan heb je generaties lang gedonder in de familie. Jij als pater familias bent verantwoordelijk voor het familiekapitaal!”
Soms trekken ze wit weg. Maar meestal melden ze de volgende dag dat ze er inderdaad over gaan praten. Het belangrijkste komt dan nog: de beslissing. Een incapabele opvolger is funest voor het bedrijf.’
Wat voor bedrijven raadplegen u bij overdracht?
‘Meestal goedlopende mkb-bedrijven. Maar ook hele kleine, maar dan met een heel aparte positie. Zo was er iemand die decors bouwt voor musicals. Die kun je op één hand tellen in Europa. De man had goud in handen, zonder dat hij dit wist. Iedereen wilde zijn bedrijf kopen. Maar hij wilde niet, omdat hij dan zijn artistieke vrijheid kwijt zou zijn. Meestal ga ik met zo’n ondernemer een stukje wandelen. Praten we over scenario’s en oplossingen. Door slechts een deel van zijn bedrijf te verkopen, kon de decorbouwer toch zijn artistieke vrijheid behouden. Vaak verwijs ik door naar een specialist. Ondernemers hebben tijd nodig. Voor velen is het alsof ze hun dochter uithuwelijken. Ze kunnen daar niet zakelijk over denken.’
U adviseert ook over financiering, groei en internationalisering en richt zich op de kleine en middelgrote bedrijven. Waarom mkb?
‘Omdat je in het mkb heel snel veranderingen kunt doorvoeren. Als je een ondernemer snel overtuigt welke kant hij op moet, dan is het morgen gebeurd. In de grote bedrijven heb je eindeloze vergaderingen. Er zijn ministeries die sneller een beslissing nemen dan een grote onderneming. Geef mij de mkb’er dan maar.’
Over Lex van Teeffelen
Lex van Teeffelen is ‘eigen kweek’ van de Hogeschool Utrecht. Hij kwam in 1999 in dienst als parttime docent en had een eigen consultancybedrijf. In 2004 werd hij docent/onderzoeker en startte in 2007 met promotieonderzoek. Hij promoveerde in 2010 en werd in 2011 benoemd als bijzonder lector. Sinds 2015 is hij lector Financieel-Economische Advisering bij Innovatie (FAI), samen met zijn collega Hans Duits.