Steeds meer jongeren met een Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse of Surinaamse achtergrond vinden hun weg naar het hoger onderwijs. Volgens de OESO mag dat een ‘groot succes’ heten.
De OESO, een samenwerkingsverband van dertig welvarende landen, heeft de positie van niet-westerse allochtonen in het Nederlandse onderwijs tegen het licht gehouden (pdf). Sinds het midden van de jaren negentig is de deelname van allochtonen aan het hoger onderwijs verdubbeld, constateren de rapporteurs tevreden.
De allochtone jongeren nemen niet allemaal de route via havo en vwo, maar ze gaan steeds vaker studeren. Zo gaat slechts één op de vier (26 procent) jongeren van Turkse afkomst naar havo of vwo, terwijl één op de drie (33 procent) uiteindelijk een opleiding in het hoger onderwijs volgt.
Er blijven nog genoeg zorgen over. Zo haken allochtone leerlingen en studenten vaker af dan autochtonen.