Van 1 t/m 5 oktober is het de ‘Week van de Hogeschooldocent’, georganiseerd door het Expertisecentrum docent HBO. Daarom brengt Trajectum een aantal hogeschooldocenten voor het voetlicht.
Aflevering 1: John Driedonks (66), docent RTV op de opleiding Journalistiek en de man achter CampusDoc. In december stopt John op HU, maar hij is nog niet klaar. ‘Ik wil nog een internationale master opzetten.
‘Wat wilde je vroeger worden? ‘Ik heb altijd het idee gehad dat ik vreemde volkeren wilde ontdekken, tot ik erachter kwam dat alle volkeren al zijn ontdekt. Toen ben ik onderzoek gaan doen -of participerende observatie- naar boeren en krottenwijkbewoners. In Mexico reed ik voor m’n werk rond op een paard, maar dat werd gevaarlijk.’
Wat heb je gestudeerd? ‘Antropologie. Dat heeft veel te maken met journalistiek, ontdekte ik later. Je leert maatschappelijke situaties analyseren, problemen herkennen en vervolgens oplossingen vinden. Ik heb veel aan mijn studie gehad en aan mijn rolemodels, zoals hoogleraar massacommunicatie Anne van de Meiden. Hij leerde hoe je kunt prikkelen en lol kunt maken. Als docent heb je de belangrijke taak om met je persoonlijkheid mensen gek te maken.’
Vertel eens iets over jouw vakgebied. ‘De journalistiek is breder aan het worden en aan het verdiepen. Een toenemende groep wil meer weten dan alleen wie, wat, waar, wanneer en hoe. Ook wordt het steeds meer een gecombineerd vak. De journalist werkt samen met de marketeer en de data-analist en de online toepassingen zijn oneindig. Ik zie de journalistiek als een laboratoriumsessie waarin je samen van alles kunt uitproberen.’
Hoe zou jij je studententijd omschrijven? ‘De beste tijd van m’n leven! We konden studeren wat we wilden. Hoorden we over een interessante hoogleraar in Wageningen, dan gingen we naar Wageningen om daar college te volgen. Zat er iemand in Tilburg, dan gingen we daarheen. Er kon heel veel. We hebben een keer een omstreden Marxistische hoogleraar bij ons thuis uitgenodigd omdat hij niet welkom was op Universiteit Utrecht. Nu ligt de druk voor studenten hoger, denk ik. Je moet heel veel zijn en doen, ook naast je studie.’
Wat zou je willen verbeteren aan HU? ‘Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Ik zou meer samenwerking willen, dwars door de instituten heen. En dat dragende docenten de ruimte krijgen om onderwijspakketten aan te bieden, voor studenten die echt willen. Die pakketten koppelen we dan aan het bedrijfsleven, het werkveld. In plaats van een les advanced googelen kun je bijvoorbeeld Bellingcat uitnodigen om een workshop te geven. Studenten en Bellingcat kunnen samen iets ontdekken wat uitmondt in voorpaginanieuws.’
Traditioneel of experimenteel lesgeven? ‘Ik doe beide. Eigenlijk geef ik speed colleges van een uur en dan moet je zelf aan de slag. Snap je het niet? Mooi, ga maar proberen. Ik kan uren praten over het perfecte item, maar dan valt iedereen in slaap. Dan denken studenten ook “lul, ik leer geen zak”. Je moet experimenteren.’
Favoriete plek in De Uithof? ‘Tussen de paarden van diergeneeskunde, voor de rust. Of bij de Italiaan op het plein naast de UB, dat zijn authentieke mensen. En waar het Selficient-huis wordt gebouwd, die plek staat symbool voor de toekomst. Je voelt de vibratie.’
Favoriete plek in Utrecht? ‘Moeilijke vraag, ik denk de Nieuwegracht. Op zondagochtend, als iedereen nog in bed ligt. Lekker met koffie op het terras.’
Fiets of auto? ‘Eerlijk? Auto. Op de fiets word je hier doodgereden en met de auto weet ik dat ik ergens snel ben. Dat heb ik overgehouden aan de tijd als redacteur bij RTV Utrecht. Maar het liefst ga ik met de taxi.’
Kennis overdragen of kennis opdoen? ‘Beide. Ik wil mezelf graag up-to-date houden. Ik vind het ook gewoon zo fucking interessant wat er gebeurt allemaal en breng veel bezoeken. Aan redacties, persbureaus, universiteiten. Op de redactievloer van Al Jazeera begon mijn hart wel te bonken, toen wilde ik terug naar de redactie. Maar ik vind het heel belangrijk om kennis over te dragen aan een nieuwe generatie.’
Als je geen docent zou zijn, wat zou je dan doen? ‘Ik zou bezig zijn met projecten in de onderzoeksjournalistiek. Dat heb ik ook altijd gedaan, soms was ik jaren bezig met een project. Het is het vak waarin ik me het meest thuis voel. Mijn vrouw kreeg vaak de zenuwen, als door mijn werk een motie van wantrouwen werd ingediend en een college omviel bijvoorbeeld.’
Meest gênante moment voor de klas? ‘Ik ken weinig gène, zo ben ik opgevoed. Maar studenten zijn ratten. Ze zijn eerlijk en willen alles weten. Ik had een foto van mezelf van vroeger in het lokaal hangen. Ik kreeg allerlei vragen. ‘Is dat je zoon?’ Ik vertelde dat ik het was. Een studente riep ‘Jezus, wat een lekker ding!’. Toen kreeg ik wel een rood hoofd..’
Grappigste moment tijdens de les? ‘Er zijn veel grappige momenten. Wat nu het eerst in me opkomt, is een student die naar me toekwam: ‘Ik heb een alpaca geproduceerd, kan die naar de studio komen?’ ‘Via een achterdeur en de lift kon dat wel’, zei ik, ‘maar dan wil ik wel zien hoe je daarna met die alpaca door de school naar buiten loopt.’ En zo liep er een alpaca door school. Je kon me wegdragen..’
Ochtend- of avondmens? ‘Ik ben een ochtendmens geworden, om zes uur word ik wakker. Maar ik kan ook prima om één uur gaan slapen. Doordeweeks leef ik als een monnik, dan drink ik niet.’
Wit brood of bruin brood? ‘Wit brood. Met roomboter en paté en dat soort dingen.’
Koffie of thee? ‘Koffie met melk en suiker. Koffieleuten heb ik van m’n moeder.’
Sport? ‘Ik ben een passieve genieter van sport, ik houd van atletiek en voetbal. Ik ben altijd een Ajax-man geweest, dat begon omdat de jongens die toen bij Ajax speelden lang haar hadden. Maar ik heb ook FC Utrecht leren waarderen, als volksclub met echte mensen.’
Hoe zag je laatste vakantie eruit? ‘Mijn vrouw en ik waren naar Montenegro. De kustlijn daar is helemaal vol gebouwd met zwart Russisch kapitaal.. Het is een prachtig land, mooie historische gebieden. Maar straatarm, een glas wijn kost 50 cent. Ik houd m’n hart vast voor het land..’
Hoe ziet je leven eruit als je met pensioen bent? ‘Ik heb m’n hele leven ongepland geleefd en ik kan niet zeggen dat ik me heb verveeld. Ik zie wel wat er op m’n pad komt. Eigenlijk zeg ik tegen alles ‘ja’ en als het me niet bevalt, stop ik. Mijn vrouw heeft een deel van een wijngaard geleased, misschien word ik wel wijngaardier. En ik wil gastlessen geven, overal ter wereld, te beginnen in Griekenland.’