Nieuws

Vertrouwenspersonen zien het aantal zaken stijgen

Archieffoto: Kees Rutten

Bij de vertrouwenspersonen van Hogeschool Utrecht nam het aantal zaken ook afgelopen schooljaar toe. Vooral medewerkers weten de weg naar het meldpunt te vinden, studenten blijven achter.

Dat blijkt uit het jaarverslag over 2023-2024 van het team vertrouwenspersonen. Ze behandelden 305 casussen, 28 meer dan het jaar ervoor: een stijging van 10 procent. Ook vorig jaar steeg het aantal, toen met 11 procent.

Het team van vertrouwenspersonen spreekt over casussen: dat zijn meldingen en consultaties die ze voorbij zien komen. Meldingen registreren ze volgens de Arbowet. Dit kan gaan over ongewenst gedrag (zoals agressie, discriminatie, seksuele intimidatie of pesten) en misstanden (zoals fraude, vriendjespolitiek of misbruik van positie). Consultaties zijn verzoeken om advies aan vertrouwenspersonen die niet onder bovenstaande categorieën vallen.

De stijging zit ‘m vooral bij de medewerkers. Hoewel het personeelsbestand met 2 procent groeide, nam het aantal casussen zodanig toe dat het ene het andere niet verklaard. Studenten blijven qua casussen ongeveer op hetzelfde niveau, bij een licht dalend aantal aan de HU (-1 procent).

Het college van bestuur noemt het ‘een positieve ontwikkeling’ dat medewerkers beter hun weg vinden naar de vertrouwenspersoon. Tegelijkertijd benadrukken ze dat er werk aan de winkel is: studenten weten het loket nog te weinig te vinden. ‘Daarin is de HU niet uniek, ook op andere hogescholen is de vindbaarheid laag,’ schrijft het college in een reactie.

Medewerkers melden vaak psychisch geweld

De meeste meldingen van medewerkers vallen, net als eerdere jaren, onder de noemer ‘agressie en geweld’, 71 procent van het totaal. Die term klinkt heftig, maar in de praktijk draait het vaak om non-fysiek geweld.

‘De gesprekken die wij voeren hebben meestal betrekking op situaties van psychisch geweld’, zo valt te lezen in het verslag. Het gaat dan om sociale of verbale intimidatie, digitaal of in persoon, eenmalig of structureel.

Voorbeelden die vertrouwenspersonen zien voorbijkomen: respectloze of dreigende taal, verbaal of via e-mail, of het onverwacht aanpassen van het takenpakket zonder overleg. Dat leidt tot stress, paniek, verhoogde werkdruk of zelfs ziekte. In tweederde van de gevallen is een leidinggevende betrokken.

Ook pesten komt vaker voor, melden de vertrouwenspersonen. In meer dan de helft van die gevallen is de leidinggevende de vermeende pester.

Studenten: discriminatie vaker gemeld

Ook bij studenten voert ‘agressie en geweld’ de boventoon, al is dat aandeel gedaald naar 40 procent. In 2022 was dat nog 54 procent. Studenten melden vooral denigrerende of intimiderende taal van docenten.

Wat opvalt: het aantal meldingen over discriminatie neemt toe. Studenten melden vooral ongelijk behandeld te worden vanwege hun culturele achtergrond, maar ook gender en chronische aandoeningen komen aan bod.

Toch komt lang niet alles boven water, stelt het verslag. Studenten zijn vaak afhankelijk van hun docent, als die ook hun cijfers bepaalt. Dan wordt er minder snel een officiële klacht ingediend. In 13 van de 19 meldingen over discriminatie ging het om een student-docentrelatie.

De meldingen over seksuele intimidatie blijven ongeveer stabiel, ondanks de ophef rond bangalijsten onder Utrechtse studenten. Volgens het verslag moeten niet alleen daders worden aangepakt, maar ook de cultuur die dit gedrag mogelijk maakt.

‘We spreken enkel het topje van de ijsberg’, schrijven de vertrouwenspersonen. Onderzoek laat zien dat veel mensen ongewenst gedrag niet melden. Zo voelt één op de vijf studenten zich weleens onveilig in het hoger onderwijs, maar bijna twee derde bespreekt dit nooit.

En nu?

En daar moet gewerkt aan worden. Het jaarverslag komt met een aantal aanbevelingen: een open aanspreekcultuur, een voorbeeldrol van leidinggevenden, docentprofessionalisering en adequaat handelen bij misstanden. Het college van bestuur onderschrijft de aanbevelingen.

Hoe bereik je dat? Voorbeelden zijn het jaarlijks organiseren van een ‘goed gesprek’ binnen de teams over (on)gewenst gedrag, of het in de klas bespreken wat nodig is voor een veilige leeromgeving.

Daarnaast kan de HU meer inzetten op bewustwording en deskundigheid van leidinggevenden, volgens het jaarverslag. Juist omdat hiërarchie vaak een rol speelt bij de meldingen. Verder is het belangrijk dat managers toegerust zijn om in actie te komen. Ze moeten signalen herkennen én durven handelen.