Een migrantenkind moet op school niet alleen in het Nederlands leren, maar ook in zijn moedertaal. In opdracht van de PO-raad en het Ministerie van Onderwijs onderzocht het Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers waar onder meer de lectoren Maaike Hajer en Beppie van de Bogaerde deel van uitmaken, hoe om te gaan met meertaligheid in de klas. In ‘Ruimte voor nieuwe talenten’ dat vandaag gepresenteerd wordt, geven de auteurs een handreiking.
De twee belangrijkste aanbevelingen voor het basisonderwijs zijn: maak op je school een meerjarenplan voor nieuwkomersleerlingen en gebruik de moedertaal van een leerling als opstapje voor het leren van Nederlands én andere vakken, ook al verloopt de communicatie op school in het Nederlands. De afgelopen jaren werd er vooral ingezet op snel Nederlands leren, voor een snellere integratie. Dat staat haaks op de handreiking die er nu ligt. Hajer:’ Maar ook als je dagelijkse communicatie op school in het Nederlands al goed verloopt, is het nog niet gezegd dat alle vakken volledig in het Nederlands kunnen. Het leren van kinderen verloopt via de moedertaal, dát is de springplank.’
Ook voelen kinderen zich veiliger en minder verloren als ze zich kunnen uiten in hun eigen taal. In een interview in NRC Next stelt Hajer, dat ontwikkeling van de moedertaal belangrijk is voor het welbevinden van kinderen: ‘Het geeft hen een veilig gevoel, minder verloren, als ze zich kunnen uiten in hun eigen taal. De moedertaal is verbonden aan het land waar je vandaan komt, het zegt iets over wie je bent, je achtergrond, je cultuur. Het is niet goed om kinderen hun identiteit af te nemen, en te zeggen: je bent nu in Nederland, je praat Nederlands, je wordt Nederlands en vergeet alles wat je aan bagage hebt meegenomen.’
Daarnaast staan kinderen in hun ontwikkeling stil, aldus de onderzoekers. Door alleen in het Nederlands les te krijgen, staan kinderen in hun ontwikkeling stil. Ze hebben al het nodige geleerd in hun vaderland en moeten opnieuw beginnen. Daardoor stroomt een grote groep asielkinderen door naar de laagste schoolniveaus, terwijl ze beter kunnen.
