Columns

Mijn manie verdween net zo plotseling als hij gekomen was

Yara. Foto: Kees Rutten

Yara (20) studeert Journalistiek aan de HU (en is net terug uit Australië). Ze schrijft columns voor Trajectum.

Ik had het me totaal anders voorgesteld. Mijn eerste week thuis. In Australië was mijn hoofd zen en leeg, en ik was vastberaden dit in Nederland door te zetten. Zo had ik mijn agenda leeg gehouden en ook mijn naderende verjaardag zou ik rustig vieren.

Maar eenmaal bij mijn ouders thuis aangekomen pakte dit anders uit. Ik liep naar mijn kamer en raakte in shock van de hoeveelheid spullen die er stonden. Volle boekenkasten, bureautjes en foto’s aan de muur. Om maar te zwijgen over mijn uitpuilende kledingkast.

Nu moet ik mezelf even indekken; ik ben absoluut geen hoarder. Ik heb  minder spullen dan mijn vrienden. Maar na maanden leven uit één koffer was ineens alles mij te veel. En dus werd mijn rust vervangen door een opruimdrang waar zelfs Marie Kondō u tegen zegt.

Binnen no time waren alle foto’s van de muur en zat de helft van mijn kledingkast in zakken voor het Leger des Heils. Rondliggende spullen gingen in verhuisdozen uit het zicht. Totdat er niks meer te doen was.

Dat zou voor elk ander mens een logisch moment zijn geweest om te stoppen en eindelijk bij te komen van zijn reis. Maar nee. Ik liep naar de Praxis en kocht de grootste pot witte verf die ze verkochten. In mijn licht manische opruimdrang had ik namelijk besloten dat zelfs mijn prachtig lichtblauw geverfde muren te druk waren.

Tevergeefs, want na (letterlijk) twee strepen bleek ik mijn studentenkamer in te kunnen trekken. En dus begon ik, met de verf nog onder mijn nagels, weer die ene koffer in te pakken. Met nog minder spullen dan ik in Australië had, kwam ik aan. En mijn manie verdween net zo plotseling als hij gekomen was.

Tot mijn grote opluchting. En grote frustratie voor mijn ouders, die nu opgescheept zitten met half geschilderde muren en eindeloos veel zakken kleding.