Interview

Minister Van Engelshoven heeft nog drie minuten

Minister van Engelshoven bij haar bezoek aan het Onderwijsfestival van de HU, januari 2020 - Foto: Kees Rutten

De toespraak van Ingrid van Engelshoven heeft voor elk wat wils: geschiedenis, onderwijsplannen, de ‘één-miljardbelofte’ en de nodige zelfspot (‘Ik raad iedere student aan meer te mijmeren in het leven – behalve mijn eigen dochter’). Trajectum sprak haar na afloop.

In een eenvoudig jurkje bestijgt ze wat onzeker het podium. ‘Nog een hele klim,’ merkt ze daar droogjes over op. De student die haar aankondigde en zich twee keer vergiste in haar naam, vergeeft ze ruimhartig: ‘Ik snap dat Stientje van Veldhoven (Wonen) minstens zo belangrijk voor je is.’

Aan de witte ovale tafel lijken zij en collegevoorzitter Jan Bogerd het roerend met elkaar eens: praktijkgericht onderwijs, een van de stokpaardjes van Hogeschool Utrecht, heeft de toekomst. Zet de student vanaf het eerste jaar van zijn opleiding in een bedrijf, ziekenhuis of voor de klas en hij leert meteen wat hij moet weten en kunnen. Bogerd noemt de studenten Social Work die werken aan betere Utrechtse wijken en studenten Journalistiek die zich nestelen in de haarvaten van de regio. De minister knikt instemmend.

Nog één vraag

Trajectum krijgt ook nog wat van haar tijd. Ze gaat zitten, schenkt een glas water in en zucht: ‘Even tijd voor een slok.’

Op de vraag wat het risico is van praktijkgericht leren kijkt ze even omhoog om vervolgens kort en bondig te antwoorden.
‘Het risico van praktijkgericht leren is dat je studenten gebruikt als goedkope arbeidskrachten. De stagebegeleider behoort zich af te vragen hoeveel stagiairs het bedrijf kan begeleiden en dat aantal niet overschrijden. Anders leren studenten niets.’

Van Engelshoven geeft ons advies. ‘Maak goede leerplannen en houd je eraan. Een verpleegkundige moet kunnen tellen en een journalist moet goed spellen. Dat kunnen ze ook in de praktijk leren, mits alle betrokkenen goed in de gaten houden dat dat daadwerkelijk gebeurt.’

Begrijpt u waarom de HU soms zo laag in ‘de lijstjes’ staat?
‘Nee, daar heb ik geen idee van. Ik zou me erin moeten verdiepen en het moeten analyseren. Maar let wel, rankings zijn geenszins heilig.’

Ze kijkt naar achteren en knikt naar haar woordvoerder. Onze drie minuten zijn om. Ze steekt haar ranke hand uit en glimlacht. ‘Ik hoop dat er in je stuk geen spellingsfouten zitten. Het was me een genoegen.’