‘Minister moet de medezeggenschap versterken’

Als minister Bussemaker affaires als bij Inholland en Amarantis wil voorkomen, moet ze ook de rol van de medezeggenschap versterken, vindt de Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen (VMH).

Er ging de laatste jaren nogal wat mis in het mbo en hbo, en daarom wil minister Bussemaker falende bestuurders en toezichthouders harder aanpakken. Personeel en studenten van de medezeggenschapsraden willen daar graag bij helpen, maar krijgen naar eigen zeggen niet genoeg mogelijkheden.
 
Weet Bussemaker bijvoorbeeld dat deze vertegenwoordigers van studenten en personeel niet op eigen houtje een vergadering kunnen plannen met de raad van toezicht? Ze moeten hun colleges van bestuur toestemming vragen om zonder hen met de toezichthouders te mogen vergaderen.
 
'De meeste colleges staan zo’n vergadering nu niet toe', zegt VMH-voorzitter Theo de Wit (foto), docent bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. 'Een verzoek om zonder het college te vergaderen wordt meestal pertinent geweigerd. Met als gevolg dat we niet altijd vrij zijn om met de toezichthouders te praten over het gedrag van bestuurders, terwijl daar volgens onze leden soms best aanleiding voor is. Bij de Hogeschool Inholland en ook bij scholengroep Amarantis in het mbo bleek dat interne signalen over misstanden moeilijk hun weg naar boven vonden in de organisatie. Daar moet je lering uit trekken.'
 
Bovendien is de afstand tussen de medezeggenschap en de raad van toezicht nogal groot. De Wit zou graag zien dat zowel studenten als medewerkers een nieuw lid van de raad van toezicht mogen voordragen. 'Als de personeels- en de studentengeleding in de MR straks ieder verplicht zijn een "eigen" kandidaat voor te dragen, worden de lijnen met de raad van toezicht veel korter.'
 
Het zou ook helpen als alle medezeggenschapsraden het recht krijgen om de begroting van hun hogeschool af te keuren, zoals dat aan de Hogeschool Utrecht al het geval is. De Wit: 'Bij de meeste hogescholen hebben de MR’s nu alleen adviesrecht over de begroting.'
 
Minister Bussemaker wil dat zo houden. In haar brief aan de Tweede Kamer schrijft ze dat het instemmingsrecht over de begroting er toe zou leiden 'dat deze medezeggenschapsorganen medeverantwoordelijk worden voor het bestuur. Dan kunnen zij de bestuurder niet meer onafhankelijk controleren. Wij hechten eraan dat de medezeggenschap tegenspraak kan leveren en zijn kritische functie jegens het bestuur kan blijven vervullen'.
 
De Wit vindt die redenering onbegrijpelijk. 'Bussemakers bezwaar zou dan ook gelden voor andere zaken waarover we nu al instemmingsrecht hebben, zoals over scholing en over personeelsbeleid. Instemmingrecht is juist een belangrijke stok achter de deur. Bij zaken waarover de raad alleen adviesrecht heeft, mag het bestuur zijn plannen in principe doorzetten. Instemmingsrecht geeft raden dus juist meer macht en maakt hen allesbehalve monddood.'