Columns

Moebarak

In Het Parool van gisteren zegt cabaret historicus Kick van der Veer, dat we in Nederland ’t leuk vinden om alles wat autoriteit heeft belachelijk te maken: “Op school vinden we het al leuk om de hoofdonderwijzer te kakken te zetten.” In een flits gaat door me heen dat ik dat ook heb gedaan. De hoofdonderwijzer van mijn lagere school heette meneer Nijgh. Terwijl ik na afloop van school in m’n eentje naar huis liep en hij langsfietste, riep ik: “Meneer Nijgh, paardevijg.” Waarom? Ik weet ’t niet. Ik dacht trouwens dat-ie wel door zou fietsen, maar hij stapte af, liep op mij toe en vroeg wat ik riep. Ik kan me niet herinneren of ik toen de held heb gespeeld, of laf heb geantwoord, dat ik hem gewoon gedag zei.

Wat zeggen studenten tegen staatsecretaris Halbe Zijlstra als ze tegenover hem staan, nadat ze hem eerst allerlei verwensingen, die ik terecht vind trouwens, hebben toegeschreeuwd? Houden zij hun rug recht? En hoe reageren Egyptenaren op het Tahrirplein als ze ineens met Hosni Moebarak geconfronteerd worden? Is Moebarak z’n leven dan niet zeker (met z’n 82 jaar sowieso niet), of durft men niet op te treden tegen de dictator die al dertig jaar de scepter zwaait over Egypte?