Achtergrond

Na je 35e kiezen voor de pabo? Joukeline en Kees zijn razendenthousiast

Kees van den Breemer in actie. Eigen foto.

Nederland snakt naar basisschooljuffen en -meesters. Joukeline Toonen (38) en Kees van den Breemer (52) volgen de deeltijdopleiding Leraar Basisonderwijs aan de HU en beginnen net met hun tweede jaar. ‘Ik ga mee koppeltje duiken, steppen en voetballen. Dan zie je ze genieten.’

‘Ik heb nog geen dag gehad dat ik met tegenzin naar mijn werk ging’, vertelt Joukeline Toonen. Ze werkt nu ruim een jaar op de basisschool in Huizen. Drie dagen per week voor een combinatieklas groep één en twee.

Kees van den Breemer – ‘Mees Kees 2.0’ – loopt ‘s ochtends de deur uit, steekt de straat over en is op zijn werk: een basisschool in Barneveld. Hij werkt er twee dagen per week zelfstandig voor de combi groep zes/zeven en twee dagen samen met zijn duo.

Het leven van Toonen en Van den Breemer ziet er compleet anders uit dan tien jaar geleden. Ze kozen er allebei voor om zich te laten omscholen naar basisschoolleerkracht en hun tweede studiejaar is net begonnen.

Joukeline Toonen, omringd door kleuters uit haar klas. Eigen foto

Van buttons naar basisschool

Hiervoor deed Van den Breemer iets heel anders. Hij studeerde Commerciële Economie en werkte in de verkoop- en evenementenbranche. Ook had hij een eigen bedrijf waarmee hij (gepersonaliseerde) buttons maakte. ‘Maar toen corona kwam, kreeg ik geen aanvragen meer. Er waren geen feestjes en evenementen dus bedrijfen hielden de hand op de knip. De enige bestelling die ik kreeg was voor buttons met “houd anderhalve meter afstand” erop.’

Hij dacht: dit is het niet meer voor mij. ‘Ik hoefde ook niet meer thuis te zijn voor mijn kinderen en ik ben weduwnaar. Ik vond het jammer dat ik als ZZP’er geen collega’s had.’ Hij zocht een baan in de evenementenbranche waar hij activiteiten voor kinderen organiseerde. ‘Maar ook dat was het ook niet helemaal, want ik wilde niet iets voor kinderen organiseren, ik wil met kinderen werken.’

Kees van den Breemer: ‘Ik wil met kinderen werken’. Eigen foto

Van begeleider naar basisschool

‘Het onderwijs heeft mij altijd al getrokken’, vertelt Toonen. Op haar 18e liep ze een dagje mee met een oud-docent die in het speciaal onderwijs werkt. ‘Het contact met de leerlingen en de afwisseling van het werk spraken me aan. Ik twijfelde tussen het onderwijs en de hulpverlening, maar koos voor dat laatste en studeerde Pedagogiek aan de HU.’

Vijftien jaar werkte ze als ambulante begeleider voor jongeren die gedeeltelijk op zichzelf woonden. Het werk kende onregelmatige uren en nachtdiensten. Toonen: ‘Om meer tijd voor mijn gezin te hebben, switchte ik naar een baan in het mbo. Daar werkte ik vijf jaar als student-ondersteuner. Het was zo’n grote machine, niks voor mij. Ik heb er een tijdje les gegeven, maar sommige studenten waren zo brutaal en scholden me uit. Toen dacht ik: waarom maak ik niet de overstap naar het basisonderwijs?’

Ze liepen beiden een paar weken mee op een basisschool, schreven zich in voor de opleiding en deden een geschiktheidsonderzoek: op deze manier mogen ze al voor de klas staan zonder dat ze een diploma hebben.

Eigen toko

‘Heerlijk om een eigen klas te hebben’, vindt Toonen. ‘Je draait als docent je eigen toko en bent daar verantwoordelijk voor. Dat past bij mij. Als kleuterjuf heb je flexibiliteit die je bij oudere groepen niet zo hebt. Kleuters moeten ook wat leren, maar je bent nog niet zo gebonden aan lesmethodes.’

‘Het liefst laat ik de groep wat losser, maar dan moeten ze wel meewerken.’ Eigen foto

Van den Breemer vindt het contact met de leerlingen het leukste. ‘Als er gewerkt moet worden, dan ben ik streng en zeg ik gerust: “blijf maar even zitten. Ik moest op jou wachten, nu mag jij op mij wachten.” Mijn groep is rumoerig en heeft veel zorg nodig. Tegen de drukste kinderen zeg ik soms: “Ga maar even drie rondjes rennen op het schoolplein, kan je even je energie kwijt.”’

‘Het liefst laat ik de groep wat losser, maar dan moeten ze wel meewerken. Als er tijd over is, gaan we bijvoorbeeld naar een veldje om even wat leuks te doen. Bij binnenkomst geven ze me altijd een boks.’

Samen koppeltje duiken

‘Ik vind het ook leuk om beweging in mijn les te integreren’, zegt Toonen. In plaats van sommen maken in een schriftje, doet ze renspelletjes waarbij kinderen cijfers naar de overkant moeten brengen. ‘Ik ga mee koppeltje duiken, steppen en voetballen. Dan zie je ze genieten.’

Dat herkent Van den Breemer. ‘In de pauzes doe ik mee met een spelletje tafelen, soms een balletje trappen, dat vinden ze geweldig. Een beetje Mees Kees 2.0.’

Suizende oren

‘Natuurlijk is het ook uitdagend’, zegt Toonen. ‘Er zijn altijd kinderen die extra aandacht nodig hebben. En kleuters maken veel lawaai.’ Dat was wennen. ‘Ik voelde het aan mijn oren en hoofd, na een lange dag werken. Maar nu stoort het me niet meer.’
Ze zit nooit stil. ‘Vergaderingen, themaweken, feestjes, ik ben altijd bezig. De werkdruk is op dit moment behapbaar, maar ik zal blij zijn als de opleiding is afgerond. Dan krijg ik meer ruimte in mijn hoofd.’

Een letterspelletje. Eigen foto

Van den Breemer merkt dat hij steeds meer naar zich toegeschoven krijgt, nu hij er wat langer werkt. ‘Ik moet lessen voorbereiden, maar ik regel ook het schoolvoetbal. Inschrijvingen en plannen komt er dan nog bij. Het is aanpoten, maar ik heb veel energie, onder andere door mijn ADHD. Dat helpt wel. Prikkels genoeg met dit werk, maar dat stoort me niet.’

Opleiding

Eén avond per week krijgen ze les op de HU. De scholen waar ze werken, betalen hun opleiding en lesboeken. Toonen: ‘Soms vind ik het lastig om de inhoud van de opleiding te combineren met wat ik meemaak op mijn werk. We mogen gelukkig zelf onze modules kiezen, maar vaak is er keuze uit iets waar je op dat moment niet mee bezig bent in je werk. Op de HU leer ik bijvoorbeeld over ouderparticipatie en werkvormen, terwijl ik op mijn werk meer bezig ben met didactiek.’

De combinatie met de opleiding en werk is haalbaar, maar ook erg pittig, vindt Van den Breemer. ‘Zeker door mijn leeftijd. Ik had nog nooit een portfolio gemaakt en dat vind ik moeilijk. Een vrouw uit mijn leerteam heeft Rechten gestudeerd en zei: “Ik vind dit vele malen moeilijker dan mijn studie Rechten.” De HU geeft ons veel vrijheid, maar de vraag is of iedereen daarbij gebaat is.’

Toch hebben ze allebei geen spijt van hun keuze. Van den Breemer is tevreden met zijn leerteam: ‘We delen onze twijfels, onzekerheden, ervaringen en hebben inmiddels zo’n goede band.’ Ook Toonen weet: ‘Ik zit hier op de goede plek.’