Achtergrond

Niels van Andel vindt politiek leuk (en gaat voor de VVD)

Burgerraadslid voor de VVD Neder-Betuwe Niels van Andel (21): ‘Mensen die op jonge leeftijd werken voor hun geld, zijn succesvoller in de toekomst.’

Vierdejaars student aan de lerarenopleiding Scheikunde Niels van Andel (21) woont in IJzendoorn en vindt: Ben je het ergens niet mee eens? Dan moet je er wat aan doen. Daarom staat hij deze gemeenteraadsverkiezingen in Neder-Betuwe als nummer drie op de lijst van de lokale VVD-fractie. ‘Als kind bemoeide ik me al overal tegenaan.’

Je studeert, bent student-vertegenwoordiger in de Hogeschoolraad en actief voor de VVD Neder-Betuwe als campagneleider en burgerraadslid. Daarnaast werk je in de supermarkt en geef je les. Waar komt die betrokkenheid vandaan?
‘Mijn ouders hebben niks met politiek, toch zit het organiseren en regelen van dingen er al van kinds af aan in. Als op de basisschool het lokaal vies was, ruimde ik het op. Op de middelbare school begon de politiek mij te interesseren toen er landelijke verkiezingen waren. Dat vond ik gaaf, dat je je op zo’n manier kunt bezighouden met het land. Uiteindelijk werd ik actief in de medezeggenschapsraad en drie jaar geleden in de lokale politiek toen er dreigde flink te worden bezuinigd op de bibliotheek. Dat kon niet. Ik vind: je kunt het ergens niet mee eens zijn, maar dan moet je er ook wat aan doen. Zo is het balletje gaan rollen.’

Wat vind je zo leuk aan de politiek?
‘Je kunt van wezenlijk belang zijn. Tegelijkertijd is het een ongelooflijk frustrerend beroep: je krijgt niet altijd je zin. Maar de successen, dat je toch iets voor elkaar krijgt, dat vind ik er zo leuk aan. Dan heb ik iets veranderd en ben ik van betekenis voor wie dan ook.’

In jouw politieke bio voor de lokale VVD schrijf je dat zelfredzaamheid belangrijk is voor je. Waarom?
‘Zelfredzaamheid is voor mij: doen wat je kunt. Als iedereen maar wordt gepamperd, komen we nergens denk ik. Als ik kijk naar wat studiegenoten of leerlingen allemaal krijgen van hun ouders, valt mijn mond open. Het ontbrak mij thuis aan niets – mijn ouders betaalden mijn studie – maar als ik een nieuwe laptop wilde, zei mijn vader: mooi, dan ga je daarvoor sparen. Ik waste vroeger auto’s op de zaterdagmiddag en werk nu nog in de supermarkt. Ik geloof dat mensen die op jonge leeftijd werken voor hun geld, succesvoller zijn in de toekomst.’

Weten je leerlingen en medestudenten wat je doet in je vrije tijd?
‘Medestudenten zeker. Als wij les hebben, komen docenten weleens met regels op de proppen. Dan zeg ik: ik weet honderd procent dat dit niet in de beleidsstukken staat. Dan willen klasgenoten wel weten hoe ik dat weet. Ook mijn leerlingen weten het; als ik mezelf voorstel, vertel ik er altijd bij dat ik betrokken ben in de politiek. Ik geef les in Veenendaal, tien kilometer van mijn woongemeente, dus ze zien de posters weleens voorbijkomen. Ik maak er ook grappen over. Ik zeg altijd: Als ik ooit minister-president wordt, doe ik de slogan “Zorg en Handel, kies voor Niels van Andel”, dat vinden ze leuk.’

Hoe zien jouw weken eruit?
‘Druk. Ik werk als docent en in het weekend ook bij de supermarkt. Soms is het iets teveel van het goede. Nee zeggen is niet mijn sterkste kant. Komend jaar wil ik vier dagen per week werken als docent en actief zijn in de gemeenteraad – ik ga er namelijk vanuit dat het lukt. Ook wil ik doorstuderen: Rechten aan de universiteit. Ik stop bij de supermarkt en wil actiever worden binnen de partij, ook landelijk. Daar liggen mijn prioriteiten. Het studentenleven? Dat heb ik niet. Ik heb dat nooit echt belangrijk gevonden en woon nog thuis. Ik drink weleens wat met vrienden, maar als ik moet kiezen tussen carrière of een avondje gezellig zuipen, dan kies ik echt voor de toekomst.’