Studenten met een vluchtverleden vertellen in het boek ‘Niet meer (slechts) een vluchteling’ over hun zoektocht in deze samenleving. Tijdens de boekpresentatie wordt er openhartig gepraat over identiteit. ‘Want de mens is een grondzoekende ongegrondheid.’
De kleine theaterzaal op de Padualaan 99 is gevuld met ongeveer veertig mensen. De schrijvers van het boek staan vooraan. Studenten Rania Abdulsattar en Oumar Barry, en (oud-)docenten Peter Hendriks en Hanke Drop. Zij vormen samen het onderzoeksteam ‘Poort van Hoop’ en deden de afgelopen vijf jaar onderzoek naar de ontwikkeling van studenten met een vluchtverleden. Samen met de verhalen van de tientallen studenten die ze hebben gesproken is het onderzoek gebundeld tot het boek Niet meer (slechts) en vluchteling.
Citaten uit het boek
Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan Eva Reuling, lid van het college van bestuur. Ze lijkt het een beetje ongemakkelijk te vinden. ‘Ik heb er eigenlijk niets voor gedaan, maar ik neem het namens de HU maar in ontvangst. Ik vind dit een hele eer.’ Volgens Reuling hebben we op de HU nog veel te winnen op het gebied van inclusie.
Hierna worden er acht citaten uit het boek voorgelezen en geprojecteerd op het doek. Aan de hand van deze citaten vormt zich een diepgaand gesprek in de ruimte.
Vluchteling- zijn is geen identiteit
‘Over identiteit: ben ik nog dezelfde persoon? Vluchteling-zijn is natuurlijk geen identiteit, het is een passage en daarna moet je verder’ staat er op het doek. De illustrator van het boek, Moayad Alhariry, steekt zijn hand op. ‘Ik ben in 2015 gevlucht naar Nederland. Ik vraag me wel eens af wat ik nog over heb van mijn identiteit? En wat ik heb verloren?’ De schrijvers Abdulsattar en Barry herkennen dat.
Abdulsattar vertelt dat het haar veel tijd kost om te bewijzen dat ze hoogopgeleid is. ‘Je wordt altijd als eerst gezien als vluchteling, dat label krijg je nou eenmaal.’ Barry maakt dit ook mee, hij neemt daarom het heft in eigen handen. ‘Ik ben een Nederlander. Ik heb een Nederlandse nationaliteit. En ja, ik heb een vluchtverleden. Dat benoem ik expres als eerst als ik iemand ontmoet, want zo heb ik de regie over dit gespreksonderwerp.’
Co-creatie
De vier onderzoekers hebben vijf jaar samengewerkt. Het publiek is benieuwd hoe dat te werk ging en hoe zo’n co-creatie tot stand kwam. ‘In co-creatie is het belangrijk dat je elkaar als gelijkwaardig ziet en ook zo behandelt.’
De eerste stap was dat iedereen van het onderzoeksteam – met of zonder vluchtverleden – elkaar ging interviewen. ‘Ik heb me nog nooit eerder zo bloot gegeven tijdens een onderzoek’, vertelt Hendriks. Drop benoemt een ander belangrijk punt. ‘Je moet geen onderzoek doen over een bepaalde groep mensen, maar samen met die groep. Als je iets wil begrijpen over binnenwerelden en buitenwerelden, moet je die samenbrengen.’
Het uurtje vliegt voorbij. Een man uit het publiek wil nog snel iets toevoegen aan het gesprek over identiteit. Hij deelt een quote die volgens hem de definitie van identiteit omvat. ‘De mens is een grondzoekende ongegrondheid.’
Na afloop worden de Syrische gerechten van cateraar Aleppo Kitchen binnengehaald en genuttigd. Onder het genot van drankjes gaan de gesprekken verder.
Het boek Niet meer (slechts) en vluchteling is niet te koop. Als je benieuwd ben en het PDF wil lezen, kun je contact opnemen met één van de schrijvers (hanke.drop@hu.nl).