Hoeveel studenten behalen hun diploma? En hoe lang doen ze erover? Universiteiten en hogescholen moeten dat allemaal op dezelfde manier berekenen, vindt Frans van Vught, die hun plannen en ambities tegen het licht houdt.
Misschien gooien de verkiezingen roet in het eten, maar in principe wil demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra dit najaar prestatieafspraken maken met universiteiten en hogescholen. Wie het goed doet, krijgt zijn geld. Wie zijn afspraken niet nakomt, verliest een deel van de bekostiging.
Alle onderwijsinstellingen hebben voor de zomer een voorstel ingediend. De ene wil het aantal lesuren verhogen, de andere wil meer docenten inzetten, enzovoorts. Een speciale ‘reviewcommissie’ houdt de voorstellen tegen het licht en brengt advies uit aan de staatssecretaris.
Sommige instellingen, zoals de Haagse Hogeschool, wilden graag hun eigen definities van studiesucces gebruiken. Dat mag, zegt commissievoorzitter Frans van Vught desgevraagd, maar ze moeten daarnaast ook de informatie leveren volgens de definities van het ministerie.
'We zeggen niet als een schoolmeester dan ze hun eigen cijfers moeten schrappen', aldus Van Vught, 'maar wij beschouwen die als ‘additionele informatie’. Ze moeten dus ook de afgesproken informatie aanleveren.'
Eerder dit jaar sloot staatssecretaris Zijlstra twee ‘hoofdlijnenakkoorden’ met de universiteiten en de hogescholen. Daarin staan de kengetallen die hij in de prestatieafspraken wil opnemen, waaronder de uitval van eerstejaars, het aantal contacturen en de snelheid waarmee studenten hun diploma halen.
Er is altijd veel gesteggel rond de definities, want wat zeggen de statistieken eigenlijk? In het eerste studiejaar vallen nogal veel studenten uit, maar moet je die meetellen in het uiteindelijke studiesucces van onderwijsinstellingen? Studie-uitval heeft ook veel te maken met gebrek aan motivatie en verkeerde studiekeuze.
Daarom gebruikt Zijlstra allerlei verschillende kengetallen. De instellingen moeten proberen de uitval in het eerste jaar te beperken door studenten beter voor te lichten of scherper te selecteren. Maar het heeft geen zin om het eerste studiejaar te makkelijk te maken, want de staatssecretaris rekent de instellingen ook af op het studiesucces van studenten die na het eerste studiejaar doorgaan met hun opleiding.