Nieuws

Beetje steun voor studerende moeders

Voor veel alleenstaande jonge vrouwen betekent een
kind het einde van hun studie. Minister Plasterk stelt daarom honderdduizend
euro beschikbaar voor het Steunpunt Studerende Moeders. Dat is blij met de erkenning, ‘maar het zet geen zoden aan de dijk’.

Het steunpunt is een expertisecentrum, legt oprichter Annemiek De Jong
uit. ‘We helpen studerende ouders met het combineren van studie en
gezin.’ Dat dit nodig is blijkt uit de slaagcijfers van studenten die een
eenoudertoeslag krijgen: een groot deel van hen – meestal moeders –
verlaat de universiteit (43 procent) of hogeschool (24 procent) zonder een
diploma.

De Jong is ‘heel blij’ met de subsidie van Plasterk –
vijftigduizend euro voor 2009 en 2010. ‘Voor het eerst heb ik het gevoel
dat de minister het probleem echt erkent. De afgelopen drie jaar heb ik dit
werk geheel vrijwillig gedaan. Nu kan ik een werkruimte regelen en de taken
verdelen.’

En toch. De Jong had liever gewild dat het ministerie haar wat werk uit
de handen nam. ‘Er moeten landelijke regelingen worden getroffen. Alleenstaande
studerende moeders zijn nu afhankelijk van de bereidheid van de instellingen. Er
is geen enkele hogeschool of universiteit die een speciale regeling heeft voor
alleenstaande studerende ouders, zoals die er wel is voor topsporters.’

Het aantal studenten dat één of meer kinderen heeft, is niet bekend.
Wel zijn er cijfers over het aantal studenten dat een eenoudertoeslag ontvangt
van de IB-groep. In het hbo zijn dat dit jaar 1723 studenten  (0,8 procent van
het totaal), aan de universiteiten zijn het er 210 (0,2 procent). Dat is slechts ‘het topje van de ijsberg’, zegt De Jong. Studerende ouders met
partners, of alleenstaande ouders die in deeltijd studeren, komen niet in de
statistieken voor.