Nieuws

Co-assistent vreest superzuster

Dat blijkt uit een enquête van het studentenplatform van geneeskundigenvereniging KNMG, waaraan ruim 1850 geneeskundestudenten en co-assistenten meededen. Veertig procent van de jongerejaars en bijna de helft van de co-assistenten is bang dat ze in de verdrukking komen door de superzusters.
Het KNMG Studentenplatform wil daarom op korte termijn overleg: de ‘leermomenten’ moeten worden gegarandeerd, maar tegelijkertijd moeten de nieuwe beroepen optimaal worden benut. Dat vergt een duidelijke analyse van rollen en taken, vinden de studenten. De nadruk zou daarbij moeten liggen op de mate waarin co-assistenten en superverpleegkundigen elkaar aanvullen.
Bij de HU zijn ruim tachtig nurse practioners en veertig physician assistents afgezwaaid. Clustermanager Lya Djadoenath heeft de geluiden wel terzijde gehoord en begrijpt het goed. Ze denkt dat het probleem zich zelf zal gaan oplossen wanneer de relatief nieuwe ‘superzusters’ zijn ingebed in het werkveld. ‘Co-assistenten, die vooral in het ziekenhuis zijn om zich te specialiseren, zijn altijd uitgewoond en kregen er ontzettend veel vervangende taken bij. Nu worden die taken deels opgevangen door de nurse practioners en physician assistents. De taken en leermomenten van de geneeskundestudenten moeten dus inderdaad bijgesteld worden.’ Ze hoopt dat het snel gebeurd. ‘Daar profiteert elke groep van. Tot aan de patiënt toe.’
Een Gronings promotieonderzoek toonde eind 2005 al het nut aan van de nurse practioner. Verpleegwetenschapper Marrig Knip stelde toen vast dat de superverplegers als centraal aanspreekpunt voor patiënten fungeren en de praktische afstemming tussen de verschillende behandelingen en artsen regelen. Dat levert veel tijdwinst op: de behandeltijd van patiënten is ‘ beduidend korter’ met de superverpleegkundige als spin in het zorgweb.
Overigens pleitte Knip in dat onderzoek al voor een duidelijke taakomschrijving om het draagvlak te vergroten. (HOP/FB)