Nieuws

De Maarten van Rossem-show

Het UIT-debat met Tweede-Kamerleden onder leiding van wetenschapper Maarten van Rossem mondde uit tot een onemanshow van Maarten van Rossem. Dat bleek tijdens de discussiebijeenkomst dinsdagmiddag 11 augustus op het Utrechtse Domplein.

Behalve feesten, muziek en promotie van studentenverenigingen bood het programma van de Utrechtse Introductie Tijd (UIT) ook politiek vermaak, georganiseerd door Jongeren Politiek Utrecht (JPU). Daartoe kwamen Kamerleden Jan Jacob van Dijk (CDA), Diederik Samsom (PvdA), Boris van der Ham (D66) en Sharon Gesthuizen (SP) opdraven. Hangend aan statafels op het podium vertolkten zij vooral een figurantenrol. Zij konden hun statements maken, maar pas nadat Van Rossem zijn vaak ongezouten mening had verkondigd.

Emeritus-hoogleraar Van Rossem nam geen blad voor de mond. Met grappen over Wilders, Limburg en minister Verhagen wist hij het publiek te vermaken. De onderwerpen die de organisatie had bedacht noemde hij ‘oninteressante kwesties’ en ‘halfgare stellingen’. De Kamerleden mochten hun zegje doen over cameratoezicht versus privacy en de vraag of illegaal downloaden strafbaar moet worden. Het item of pokeren gelegaliseerd moet worden vond Van Rossem ‘zo onbenullig’ dat hij ‘m maar liet schieten.

Dan maar aan de politici gevraagd waar ze het over willen hebben. Studiefinanciering dus. ‘Ja, daar heb ik ook een mening over’, reageerde Van Rossem. Het is een ‘mallotig’ en ‘achterlijk’ systeem om alle studenten een beurs te geven in plaats van alleen aan studenten die het echt nodig hebben, vindt hij. Van der Ham van D66 diende hem van repliek. Studenten komen vaak uit de middengroepen en voor hen is de beurs broodnodig. Samson van de PvdA pleitte voor een sociaal leenstelsel: studenten lenen tijdens de studie en betalen het later terug.

Tegen het einde van het debat werden de economische crisis, de Derde Wereld en het Midden-Oosten nog even aangestipt. Problemen waaraan de huidige eerstejaars straks oplossingen voor moeten bedenken, zei Van Rossem. Eerst moet er gestudeerd worden. Maar ook weer niet te hard. ‘Doe er rustig een jaar of vijf, zes over.’