Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf krijgen meer mogelijkheden om vernieuwende kennis ‘in te kopen’ bij onder meer hogescholen en universiteiten. Vanaf 2011 is er jaarlijks 42 miljoen euro beschikbaar.
Tot en met 2010 staan de innovatievouchers jaarlijks voor dertig miljoen euro op de begroting van Economische Zaken. In 2011 is het budget dan terug op het niveau van 2007. Alleen kwam het toen uit de incidentele aardgasbaten, en zet minister Van der Hoeven het geld nu structureel op de begroting.
Doel van de in 2004 gelanceerde vouchers is om kleine ondernemers in staat te stellen vernieuwingen door te voeren. Er bestaan twee soorten innovatievouchers: de snuffelvoucher van 2500 euro waarmee kleine verkenningen kunnen worden uitgevoerd, en de volwaardige voucher van 7500 euro voor wat ruimer marktonderzoek. Voor dit laatste type krijgen ondernemers vijfduizend euro subsidie en moeten ze de rest zelf bijpassen.
De subsidie van Economische Zaken komt grotendeels bij hogescholen en universiteiten terecht. Vijfendertig procent van het voucherbudget van 2006 – 34 miljoen euro – ging naar de universiteiten, terwijl de hogescholen als relatief nieuwe speler op de onderzoeksmarkt voor twintig procent van dat budget aan onderzoek uitvoerden.
Het nieuws over de tegoedbonnen is bekendgemaakt in de Industriebrief, waarin Van der Hoeven haar toekomstvisie geeft op de Nederlandse industrie. Die kampt volgens de bewindsvrouw nog altijd met een tekort aan hoogopgeleid personeel. Soepele vestigingsregels voor kennismigranten moeten daarin verandering brengen. Verder vertrouwt Van der Hoeven onder meer op de campagnes van het platform bèta/techniek.
In de nota van Van der Hoeven worden voor 200 miljoen euro extra investeringen voor de industrie aangekondigd. Via subsidies en kredieten moeten er meer innovatieve starters op weg worden geholpen. Ook wil de minister dat er in vijf jaar tijd minstens honderd bedrijven bijkomen die een omzet draaien van meer dan twintig miljoen euro.