De commissie wil advies uitbrengen over de invoering van nieuwe specialisaties binnen de opleiding management, economie en recht (MER), een wijziging van de organisatiestructuur en de start van twee nieuwe opleidingen.
De GOC is sinds december vorig jaar in functie en er zijn zowel studenten als docenten in vertegenwoordigd. De commissie is overlegpartner over onderwijszaken voor de directeur van het Instituut for Business Administration, waartoe onder andere de MER toe behoort.
Instituutsdirecteur Jaap van Voorst staat op het standpunt dat deze zaken niet aan de GOC voorgelegd hoeven te worden omdat ze eerder zijn besproken en goedgekeurd door andere medezeggenschapsraden, zoals de faculteitsraad. ‘De opleidingscommissie heeft wel het recht om advies te geven over de praktische invulling van de nieuwe opleidingsprogramma’s en die zijn inmiddels voorgelegd aan de GOC’, zegt Van Voorst.
Uit onvrede met de gang van zaken legde de GOC in april de werkzaamheden enkele weken neer. Het belang van medezeggenschap wordt ‘niet onderkend’ en inbreng vanuit de opleidingscommissie is ‘onmogelijk’, zo schrijft de GOC aan de instituutsdirecteur. Het geschil is voorgelegd aan Jan Bogerd, directeur van de faculteit Economie en Management, die de instituutsdirecteur in het gelijk stelde. Deze uitspraak is bindend, mits de faculteitsraad deze bekrachtigt. Die vergaderde hier woensdag 20 juni over (na het ter perse gaan van dit nummer van Trajectum).
Opmerkelijk is dat zich voor de verkiezingen van de nieuwe opleidingscommissie geen docenten kandidaat hebben gesteld. Voor Frans Lodders, docent bij BA en lid van de opleidingscommissie, is de opstelling van de instituutsdirecteur daar mede de oorzaak van. ‘Ik vind de inspraak van faculteitsraden en opleidingscommissies een grote schijnvertoning. Op papier kan de inspraak nog zo goed zijn vastgelegd, als het zich in de praktijk niet bewijst werkt het blijkbaar toch niet.’ (GR)
Nieuws