Nieuws

Hbo-ingenieur 2.0

Het hbo telt momenteel te veel specialistische techniekopleidingen. Een commissie adviseert hun aantal terug te brengen tot vier brede studies. Dat moet leiden tot dubbel zoveel ingenieurs, die bovendien beter op de toekomst zijn voorbereid.
 
Het beroepsprofiel van de ingenieur is aan herijking toe, stelt de Verkenningscommissie hbo techniek in een vandaag gepresenteerd rapport. Technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller waardoor ingenieurs steeds vaker met veranderingen te maken krijgen. Dat vraagt om ingenieurs die zich hier comfortabel bij voelen, ondernemend zijn en die ook wereldwijd kunnen opereren.
 
Daar komt bij dat ze maatschappelijke vraagstukken moeten oplossen die steeds vaker een integrale benadering vergen. De ingenieur van de toekomst werkt interdisciplinair, brengt mensen met verschillende belangen bij elkaar en weet wat er maatschappelijk speelt. Met dat beroepsprofiel voor ogen moeten hogescholen hun onderwijs en onderzoek herinrichten. Bij voorkeur in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven, adviseert de commissie waarin vijf  vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zitting hebben.
 
Ze pleiten ervoor dat hogescholen nog hooguit vier brede techniekstudies aanbieden, die corresponderen met de huidige vier domeinen binnen de technieksector: applied sciences, built environment, engineering en ICT. Voor elk van die vier domeinen moet er één bacheloropleiding, één associate degree en één professionele masteropleiding komen.
 
Daarbinnen kunnen hogescholen opleidingsroutes ontwikkelen en ervoor kiezen om eerst breed op te leiden en later in de studie smal, maar omgekeerd mag ook. Beide modellen dragen eraan bij dat de toekomstige ingenieurs een brede blik krijgen. Per opleiding komen er landelijke afspraken over wat een ingenieur ten minste moet kennen en kunnen.
 
Met de reorganisatie verwacht de commissie dat het aandeel afgestudeerden met een techniekprofiel zal groeien van 17 procent nu, naar veertig procent in 2025.
 
Om te voorkomen dat de hogescholen in elkaars vaarwater terecht komen moeten ze samen tot een taakverdeling komen. Ze zullen daarin begeleid worden door een zogeheten ‘programmamanagement’. Zelf bepalen ze op welk gebied ze zich profileren. De commissie acht het van belang dat het regionale bedrijfsleven de keuze van de hogeschool steunt.
 
Op 3 februari zullen de hogescholen een besluit nemen over de aanbevelingen in het rapport.