Studenten van alle studierichtingen zouden vaker les moeten krijgen in ondernemerschap. Want Nederland telt nu te weinig jonge, ambitieuze ondernemers die een groot bedrijf willen opzetten, vindt adviesraad AWT.
Al jaren wil de overheid ondernemerszin aanwakkeren bij de Nederlandse bevolking, maar dat heeft vooral tot een heleboel zzp’ers geleid: zelfstandigen zonder personeel vormen zo’n tien procent van de beroepsbevolking. En daar heeft de economie niet bijster veel aan.
Ondernemingen zijn vooral nuttig als ze banen creëren, zegt de Utrechtse hoogleraar Erik Stam, de eerste auteur van een advies aan de overheid over ondernemerschap. Hij schreef het samen met zes anderen voor de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Hij is medeoprichter van het Utrechtse ‘center for entrepreneurship’.
Met name studenten van buiten de economische opleidingen zouden meer met ondernemerschap in aanraking moeten komen, vindt hij. En dan niet alleen studenten van innovatieve technische opleidingen, maar ook alle andere.
'Wie geen ondernemers kent, zal niet snel zelf een opdrijf oprichten. Waarom zou de directeur van het Concertgebouw niet aan cultuurstudenten komen vertellen hoe een culturele onderneming werkt? Waarom zou Joop van den Ende geen gastcollege kunnen geven?'
Het gaat erom het ambitieniveau te verhogen, denkt Stam. 'Studenten zouden ook de vaardigheden aangeleerd moeten krijgen die bij het ondernemerschap horen. Dat kan in de reguliere keuzeruimte van opleidingen, maar ook als extra-curriculaire activiteit.'
'Het doel is niet om meer mensen ondernemer te laten worden, maar om de juiste mensen ondernemer te laten worden', aldus Stam. 'Het gaat ook niet om het verhogen van het aantal nieuwe ondernemingen, maar om het verhogen van de kwaliteit van nieuwe ondernemingen.'
Zelf geeft hij aan zijn universiteit elk jaar een honoursclass over ‘entrepreneurship’ en daar doen ongeveer vijfentwintig studenten uit alle studierichtingen aan mee: biologen, geschiedkundigen, aankomend artsen enzovoorts.
Nieuws