In de Verenigde Staten werkt het wel, maar hier niet. Het heeft geen zin om studenten van lerarenopleidingen achteraf het collegegeld terug te geven, schrijft minister Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer.
Omdat er een lerarentekort aankomt, wilde de overheid weten of scholieren gevoelig zouden zijn voor een financiële verleiding. Kiezen ze eerder voor een lerarenopleiding, als ze weten dat ze na afloop hun collegegeld terugkrijgen?
Nee, blijkt uit onderzoek. Het Nederlandse hoger onderwijs kost jaarlijks 1.597 euro en dat bedrag valt te overzien. Jongeren letten niet op hun portemonnee als ze een studie kiezen. Bovendien weerhoudt het geld hen ook niet van overstappen of stoppen als de opleiding niet bevalt.
In de VS werkt de maatregel wel, schrijft Plasterk, want daar lopen de collegegelden op tot dertigduizend euro per jaar. Zonder beurs zou een opleiding voor sommige studenten helemaal niet betaalbaar zijn.
Het heeft ook geen zin om leraren te belonen als ze na hun afstuderen minimaal vijf jaar voor de klas blijven staan. Dat zou slechts 4,6 procent extra leerkrachten opleveren. Het merendeel van de premies komt dus terecht bij leraren die ook zonder deze prikkel voor de klas waren blijven staan. De landelijke invoering van een bindingspremie zou daarom onverantwoord duur zijn.
Ten slotte blijkt de ‘bètabeurs’ evenmin te werken. Een bonus van 1500 euro leverde aan hogeschool noch universiteit extra studenten op en ook geen extra afgestudeerden.