Dat studenten het niet breed hebben, is algemeen bekend. Toch blijkt uit een enquête onder deelnemers aan het LSVb-studentenpanel dat maar elf procent niet kan rondkomen. Eenderde zegt zelfs te kunnen sparen.
De maandelijkse bestedingsruimte van studenten blijkt uit het onderzoek van de studentenbond zeer divers: van de bijna driehonderd deelnemers aan het onderzoek heeft bijna driekwart tussen de vierhonderd en de duizend euro per maand te besteden. Vijftien procent heeft maandelijks minder dan vierhonderd euro, de rest zit met een budget van meer dan duizend euro per maand stevig in de slappe was.
Naast de 33 procent van de ondervraagden die ruimte hebben om te sparen komt veertig procent gewoon rond. Zestien procent van de studenten leeft noodgedwongen zuinig, en de elf procent die zegt niet te kunnen rondkomen leent bij of zoekt extra werk.
Op de basisbeurs heeft maar driekwart van de deelnemers recht. Meer dan tachtig procent van de ondervraagden heeft een bijbaan, grofweg zestig procent van de studenten wordt financieel ondersteund door het thuisfront en ruim veertig procent van de deelnemers leent bij de IB-Groep. Ruim twintig procent ontvangt bovenop de basisbeurs ook een aanvullende beurs.
Het onderzoek maakt nog eens duidelijk dat studenten veel tijd investeren in hun bijbaantjes: ruim tachtig procent van de geënquêteerden klust bij. Ongeveer een kwart van die groep volstaat met maximaal vier uur werken per week, de rest zit daar boven. Een flinke groep (zestien procent) draait diensten van zestien tot twintig uur per week. Nog eens zes procent besteedt nog meer tijd aan zijn werk. (HOP)
