Het Nederlandse hoger
onderwijs behoort tot de minst elitaire stelsels van Europa, blijkt uit een
vergelijkend onderzoek.
In Duitsland zijn de vaders van
studenten twee keer zo vaak hoog opgeleid als de gemiddelde volwassen Duitser.
In Portugal hebben de vaders zelfs drie keer zo vaak een universiteit of
hogeschool doorlopen. Kennelijk maken kinderen van lager opgeleide ouders daar
minder kans om in het hoger onderwijs terecht te komen.
In Nederland ligt dat anders,
blijkt uit de gegevens die verzameld zijn in de derde editie van het rapport
Eurostudent, waarvoor in 23 landen data zijn verzameld. Vaders van studenten
zijn hier slechts 1,37 keer vaker hoogopgeleid dan andere volwassen mannen.
Daarmee loopt Nederland voorop in de toegankelijkheid van het hoger
onderwijs.
Overigens hangt deze
voorloperspositie samen met het aandeel hoger opgeleiden in de hele samenleving.
Hoe hoger de bevolking is opgeleid, hoe minder elitair het hoger onderwijs is.
De opmerkelijke uitzondering op die regel vormt Duitsland, dat ongeveer evenveel
hoogopgeleiden heeft als Nederland en toch een elitairder onderwijssysteem
blijkt te hebben. Aan de collegegelden kan het niet liggen, want die kent
Duitsland niet of nauwelijks.
Andere landen die goed scoren in
deze vergelijkingen zijn Tsjechië, Schotland, Noorwegen en Finland. In Roemenië,
Bulgarije, Portugal, Ierland en Turkije komt de economische onderklasse minder
makkelijk in de collegebanken terecht.
Ook de opleiding van moeders
staat in een tabel en daarmee valt bijna precies hetzelfde elitarisme (of het
ontbreken daarvan) aan te tonen. Ook blijken er meer vrouwelijke studenten te
zijn in landen waar verhoudingsgewijs toch al veel hoogopgeleide vrouwen wonen.