Het kost te veel moeite om minderjarige studenten al op 1 september studiefinanciering te geven in plaats van op 1 oktober. Minister Plasterk concludeert dit na een onderzoek dat hij op verzoek van de Tweede Kamer liet uitvoeren.
Zo’n 40 duizend studenten zijn nog geen achttien jaar oud als ze aan hun
opleiding beginnen. Ze krijgen kinderbijslag en eventueel een
inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de studiekosten. Alles bij elkaar
levert ze dat tussen de 90 en 315 euro per maand op. Een ov-kaart krijgen
ze pas op 1 oktober, omdat die onderdeel is van de studiefinanciering
waarop ze dan recht hebben. De reiskosten kunnen in die ene maand
behoorlijk oplopen.
Vervroeging van de ingangsdatum is volgens minister Plasterk echter geen
haalbare kaart. De kinderbijslag wordt immers per kwartaal uitgekeerd.
Deze systematiek doorbreken zou een disproportionele inspanning vergen.