Nieuws

Onderwijsdoelstellingen onder druk

Het Innovatieplatform signaleert knelpunten in de ontwikkeling van het Nederlandse hoger onderwijs. Zo lopen veel mbo’ers vast in het hbo en zijn er nog altijd te weinig afgestudeerden in de bèta- en techniekhoek.

Dat blijkt uit de eerste jaarlijkse ‘foto’ van de kennisinvesteringsagenda waarmee het Innovatieplatform in 2006 zijn ambities verwoordde. Drie vooraanstaande leden van het Platform – bestuursvoorzitter Gerard Kleisterlee van Philips, SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan en fysicus Robbert Dijkgraaf, binnenkort president van de KNAW – kondigden de tussenrapportage in september aan. Aandachtspunten die versloffen zouden van hen een rode of gele kaart krijgen.

De voetbalterminologie is ingeruild voor een verkeerslichtenmodel: rood staat voor ‘grote problemen’, oranje staat voor ‘aandacht vereist’ en groen betekent dat het aandachtspunt ‘op niveau’ is. Die laatste indicatie ontbreekt in het onderwijs. In alle sectoren, van basisonderwijs tot levenlang leren, is snel onderhoud gewenst. Bepaalde ambities – vijftig procent van de beroepsopleiding hoogopgeleid, 22 duizend afgestudeerde academici in de bèta- en techniekhoek – worden op grond van de huidige ontwikkelingen al onhaalbaar geacht.

Meer succes heeft het hoger onderwijs met het binnenhalen van studenten uit het mbo. Volgens de recentste cijfers stroomt vijftig procent van de beste mbo’ers door naar het hoger onderwijs. Dat moet zestig procent worden in 2016. Desondanks is het Innovatieplatform niet tevreden. ‘In de praktijk blijkt dat deze studenten het niet halen op de hogeschool’, aldus Alexander Rinnooy Kan. Desgevraagd gaf hij toe dat een hogere mbo-instroom misschien geen goede indicator is. ‘Op het moment dat dit doel wordt gehaald en het merendeel van de mbo’ers in het hbo afhaakt, houd je jezelf voor de gek.’ (HOP)