PvdA-kamerlid Mariette Hamer wil weten hoe het kan dat de politiek steeds instemt met onderwijsvernieuwingen, die vervolgens op inhoudelijke en praktische bezwaren van deskundigen, studenten en onderwijsbestuurders stuiten. Directe aanleiding voor haar initiatief is het scholieren- en studentenprotest half januari tegen het geringe aantal lesuren en de gebrekkige studiebegeleiding. In augustus pleitte de Onderwijsraad al voor parlementair onderzoek naar de positie van docenten.
Een krappe kamermeerderheid steunt Hamers voorstel. Ook de VVD zou geneigd zijn akkoord te gaan, maar de beoogde coalitiepartners CDA en ChristenUnie vinden een parlementair onderzoek niet nodig. Zij blikken liever vooruit.
LSVb-voorzitter Irene van den Broek is blij met het onderzoek. Gelet op het grote belang van onderwijs voor de kenniseconomie moet wat haar betreft duidelijk zijn wat er mis is gegaan met de invoering van het nieuwe leren. Geen misverstand: ‘Wij zijn niet tegen onderwijsvernieuwing. Zelfwerkzaamheid van studenten is prima, als het maar niet wordt overdreven.’ Wat haar betreft moet in elk geval worden uitgezocht waarom de instellingen hebben beknibbeld op het aantal contacturen en de studiebegeleiding. ‘Ook willen we weten of de onderwijsinstellingen langzamerhand niet te veel autonomie hebben. Staatssecretaris Bruins verwijst alle kritiek door naar de instellingen. Heeft het ministerie nog wel iets te zeggen over de onderwijskwaliteit?’
De HBO-raad is niet negatief over het parlementaire onderzoek. ‘Gelet op de veranderingen in het onderwijs en de kritiek die daar doorgaans op volgt, verbaast het me in ieder geval niet’, zegt woordvoerder Helbing. (HOP)
Onderwijsbonden zijn tegen
De onderwijsbond van het CNV noemt een parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen ‘verspilling van geld en tijd’. De Algemene Onderwijsbond wil wel onderzoek, maar niet door het parlement zelf.
‘Op veel scholen lopen de zaken goed. Waar het niet goed gaat weten betrokkenen allang waar het aan ligt’, zegt voorzitter Marleen Barth van CNV Onderwijs. Ze benadrukt dat het de afgelopen periode vooral heeft ontbroken aan politieke wil. ‘Opmerkingen dat de kwaliteit van het onderwijs naar een onaanvaardbaar niveau is gedaald, moeten het gebrek aan daadkracht van de politiek blijkbaar verbergen.’ Volgens Barth is er bovendien ‘geen enkel bewijs’ dat het niveau van het onderwijs daalt. De Algemene Onderwijsbond denkt daar heel anders over. ‘De situatie is onhoudbaar, Nederland glijdt af naar een bedenkelijk niveau’, zegt voorzitter Walter Dresscher, in een eerste reactie. ‘Maar’, schrijft hij in een persbericht, ‘het probleem van een parlementair onderzoek is wel dat het parlement haar eigen wonderlijke en warrige beleid moet gaan beoordelen. Een externe onderzoekscommissie in plaats van parlementariërs is veel beter.’ De onderwijsvernieuwingen waren volgens de AOb-voorzitter niet allemaal slecht. Ze zijn er alleen te snel ‘doorgedramd’. Dat leidt nu tot onrust onder onderwijspersoneel, ouders en studenten. ‘De politiek krijgt het onderwijs én het lerarentekort dat ze verdient.’ (HOP)