Minister Plasterk
wordt nog steeds aangesproken door hbo-studenten die klagen dat ze maar acht uur
per week les krijgen. Er is volgens hem nog veel te doen in het onderwijs. Maar
de door het kabinet gekozen richting is goed, meent hij.
In een opiniestuk in NRC
Handelsblad van woensdag 27 mei vraagt Plasterk zich ‘halverwege zijn (eerste)
periode als minister’ hardop af of hij beleid kan voeren zonder grootscheepse
stelselwijzigingen en blauwdrukken. Daarmee zouden zijn sociaal-democratische
voorgangers het onderwijs immers naar de knoppen hebben geholpen. Het antwoord
dat hij geeft luidt: ja.
Zo is de bewuste politieke keuze
om de positie van docenten te versterken (Actieplan Leerkracht) volgens hem geen
nieuwe blauwdruk, maar wel een belangrijke koerswijziging onder zijn leiding.
Hetzelfde geldt voor het tegengaan van onverstandige grootschaligheid in het
onderwijs en ook voor het voornemen om leerlingen en studenten weer makkelijker
opleidingen te laten ‘stapelen’.
Een andere bewuste keuze van de
OCW-bewindslieden is om de ‘gestrengheid’ terug te brengen in het onderwijs. Dat
gaat weer meer zelf bepalen wat leerlingen en studenten moeten weten.
Uitvloeisel daarvan zijn onder meer de verhoging van het aantal contacturen in
het hoger onderwijs, maar ook de terughoudendheid om nieuwe zaken aan de
onderwijskerndoelen toe te voegen.
Ook de hoge studieuitval in het
eerste jaar staat hoog op Plasterks agenda. Persoonlijke kennismakingsgesprekken
moeten het aantal verkeerde studiekeuzes kunnen terugbrengen.