Taalpuristen hebben minister Plasterk verkozen tot winnaar van de Sofprijs der Nederlandse Taal 2008, omdat hij universiteiten niet wil dwingen het Nederlands als voertaal te hanteren.
Volgens de letter der wet is het Nederlands de voertaal aan de universiteiten, maar veel opleidingen worden tegenwoordig in het Engels gegeven. De stichting Nederlands, die de prijs uitreikt, had de minister tijdens een congres gevraagd om de universiteiten te herinneren aan hun ‘wettelijke taalplicht’, maar Plasterk vond de positie van het Nederlands aan de universiteiten voldoende gewaarborgd. Of hij de prijs persoonlijk in ontvangst zal nemen, is nog niet bekend.
Eind vorig jaar sprong ook de PVV voor het Nederlands in de bres. ‘Het Nederlands dreigt een soort boerendialect te worden dat blijkbaar niet meer goed genoeg is om academisch onderwijs in te geven’, waarschuwde Tweede Kamerlid Martin Bosma. Minister Plasterk noemde het toen een ‘mooie kwestie’ en zei: ‘Ik ben het eens dat het soms een vorm van stoer doen lijkt, zo van: kijk ons eens internationaal zijn. Moet het allemaal zo nodig in het Engels? Daar kun je je vraagtekens bij zetten. Daar staat tegenover dat veel mensen graag willen oefenen.’
De Lofprijs gaat dit jaar naar Linda van den Bergh, alumnus van de Radboud Universiteit Nijmegen. Met succes protesteerde zij ertegen dat tijdens haar afstudeerceremonie Engels zou worden gesproken. ‘Ik laat mijn familie niet helemaal hierheen komen om een uur te luisteren naar iets wat ze niet kunnen volgen’, zei ze tegen het universiteitsblad VOX. ‘Een vakantiebabbel in het Engels is heel wat anders dan een inhoudelijk verhaal over mijn onderzoek. Dat is in het Nederlands al lastig genoeg.’