Dat blijkt uit een inventarisatie van de onderwijsinspectie, die minister Plasterk vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Bijna zestien procent van de opleidingen geeft vijftien tot twintig uur college per week, vijf procent verzorgt gemiddeld twintig tot vijfentwintig contacturen, en een kleine vier procent heeft vijfentwintig tot vijfendertig contacturen ingeroosterd. Meer dan vijfhonderd hbo-opleidingen werkten mee aan het onderzoek.
Het aantal ingeroosterde contacturen wordt echter lang niet altijd waargemaakt, blijkt uit de respons van 1108 hbo-studenten die ook aan het onderzoek meededen. Vijfentwintig tot dertig procent van hen gaf aan dat het percentage uitgevallen colleges boven de tien procent lag. Aan de universiteiten is de uitval veel beperkter: slechts vijf procent van de 1600 ondervraagde wo-studenten meldt dat meer dan tien procent van de colleges uitvalt.
De inspectie benadrukt in het onderzoek dat een hbo-opleiding meer is dan contacturen alleen, en dat de manier waarop een opleiding wordt ingericht in hoge mate een zaak van de instellingen zelf is: er is geen minimumaantal contacturen vastgelegd. Bovendien wijst de inspectie op de overgang naar competentieonderwijs in het hbo. “Daarbij ligt de nadruk meer op zelfstandig leren. De contacttijd moet in samenhang met die ontwikkeling worden gezien”, staat te lezen in het rapport. De gemiddelde studielast van een opleiding is volgens hogescholen goed voor 36 uur per week. De tijd die studenten gemiddeld zeggen te besteden aan hun opleiding ligt volgens grootschalig landelijk onderzoek rond de dertig uur. (HOP)
Nieuws