Het aantal deeltijdopleidingen en -studenten loopt terug en dat is zorgelijk, schrijft de Sociaal-Economische Raad in een vandaag vastgesteld advies. De behoefte aan hoger opgeleiden zal de komende jaren alleen maar groeien.
De SER keek in opdracht van de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken naar de toekomst van de ‘postinitiële scholingsmarkt’, waartoe ook de deeltijdstudies behoren. Volgens de raad is er op dit moment nog geen reden voor een 'fundamentele herbezinning op de onderwijswetgeving waarbij een eventuele introductie van een aparte wet voor onderwijs aan volwassenen aan de orde zou kunnen komen'.
Niettemin maakte staatssecretaris Zijlstra vorige maand bekend dat hij het stelsel om wil gooien. Hij wachtte het SER-advies niet af en wil vanaf 2017 alleen nog maatschappelijk belangrijke deeltijdstudies financieren. Deeltijdopleidingen krijgen dan niet langer rechtstreeks geld van het ministerie. Wel ontvangen studenten een beurs waarmee ze hun opleiding kunnen betalen. Ze mogen die ook bij een private aanbieder besteden.
Hoe het nieuwe systeem van deeltijdopleidingen er precies uit gaat zien, wordt pas eind 2013 duidelijk. Als er meer duidelijkheid is zal de SER daar wellicht over adviseren.
Op de verhouding tussen bekostigd en privaat onderwijs gaat de SER niet in, maar de raad benadrukt wel dat hun gezamenlijke deeltijdaanbod betaalbaar en toegankelijk moet blijven. De raad pleit er opnieuw voor om ook studenten boven de dertig jaar recht te geven op collegegeldkrediet en studiefinanciering. Op die manier moeten 'financiële drempels' om op latere leeftijd te gaan studeren worden weggenomen.
Voor de Open Universiteit ziet de SER ziet een 'aanvullende rol' weggelegd: ze kan inspringen waar het privaat of bekostigd onderwijs tekortschieten. Ook kan haar deskundigheid op het gebied van afstandsonderwijs van pas komen. Staatssecretaris Zijlstra schreef eerder dit jaar dat de publiek OU private aanbieders niet van de markt mag duwen.
Nieuws