Nederlandse studenten blijken niet erg avontuurlijk. In 2004/05 schreef slechts 2,3 procent van alle studenten zich in aan een buitenlandse instelling. Daarmee blijft Nederland achter op het Europese gemiddelde, al zit er ruis in de cijfers.
Dat blijkt uit een rapport van internationaliseringsorganisatie Nuffic. In 2004/05 zochten ruim 41 duizend studenten hun heil over de grens: 28 duizend deden dat voor een kortlopend programma, dertienduizend volgden een volledige opleiding in het buitenland.
Toch zijn deze officiële cijfers slechts een indicatie: een student die een paar maanden stage loopt in de Verenigde Staten terwijl hij gewoon is ingeschreven aan een Nederlandse universiteit, komt niet in de statistiek terug. Nuffic-directeur Sander van den Eijnden: ‘Daar kun je zwaar aan tillen, maar je kunt het ook accepteren. In de afstudeermonitor wordt wel gevraagd naar relevante buitenlandervaring, dus krijgen we achteraf een redelijk beeld.’
Nederlandse studenten die voor een opleiding over de grens kiezen, gaan doorgaans voor een universiteit in het Verenigd Koninkrijk of verkassen naar België. Verder zijn Duitsland en de Verenigde Staten populaire bestemmingen.
Politiek Den Haag ziet het aantal studenten dat een tijdje naar het buitenland vertrekt graag toenemen, en besloot vorig jaar de studiefinanciering meeneembaar te maken. Volgens de eerste gegevens leverde dat nog geen enorme migratie op, al zag de Nuffic het aantal bestemmingslanden stijgen van vijftien naar 54.
Bijna zeven procent van de studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen komt uit het buitenland. Veertig procent van deze groep is afkomstig uit Duitsland.