Docenten hebben inderdaad te weinig zeggenschap over het onderwijs gehad, erkent Doekle Terpstra, voormalig voorzitter van de HBO-raad. Bij nader inzien begrijpt hij de klachten van de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON).
‘In mijn tijd bij de HBO-raad was ik veel met bestuurlijk gedoe bezig’, zegt Terpstra. ‘Ik heb de klachten van docenten toen altijd een beetje gerelativeerd, maar dat doe ik nu niet meer. Ik zie nu een hogeschool van binnenuit en dat verandert wel iets.’
Sinds anderhalf jaar leidt hij de Hogeschool Inholland, nadat het toenmalige bestuur in een crisis raakte. De hogeschool lag onder vuur vanwege twijfelachtige afstudeerroutes en enkele opleidingen bleken onder de maat. Terpstra moest het tij keren.
Over een maand zal hij spreken op het symposium van de vereniging Beter Onderwijs Nederland. Daar gaat hij de actievoerende docenten enigszins gelijk geven. Het onderwijs is het eigendom van de docenten, vindt hij nu. ‘Inholland was sterk top-down georganiseerd. Dat keren we nu volledig om. Het onderwijs is van de docenten, de rest is facilitair.’
Maar over één ding blijft hij van mening verschillen: de docent kan nooit helemaal autonoom zijn. ‘Het koor kan pas echt goed zingen als de stemmen met elkaar in balans zijn. De verantwoordelijkheid ligt daarom bij teams van docenten. Ze moeten zich wel verantwoorden tegenover elkaar en de buitenwacht.’
’We weten dat Doekle Terpstra nu anders denkt’, reageert Presley Bergen van Beter Onderwijs Nederland. ‘Autonomie heeft te maken met de mate waarin je invloed hebt op de inhoudelijke kant van het werk. Dat wil niet zeggen dat je op een school niet met elkaar kunt afspreken hoe je gezamenlijk iets doet. Zolang vakinhoudelijke docenten dat met elkaar mogen overeenkomen, zonder dat managers of leidinggevenden zich ermee bemoeien, noemt BON dat nog steeds autonoom.’
Nieuws