Anti-plagiaatsoftware schendt niet het auteursrecht van studenten en scholieren van wie werkstukken in een database zijn opgenomen. Zo oordeelde een Amerikaanse rechter deze maand. De klagers gaan in hoger beroep.
Volgens de Chronicle of Higher Education vond de rechter het geen probleem dat een commercieel bedrijf werkstukken van studenten en scholieren in zijn database zet. Het vergelijken van nieuwe werkstukken met honderdduizenden oude exemplaren zou ‘fair use’ zijn en daarom niet onder het auteursrecht vallen.
De scholieren die de zaak hadden aangespannen denken daar anders over. De makers van het programma ‘Turnitin’ gebruiken oude werkstukken zonder toestemming en maken er ook nog eens winst op, zeggen zij. Bovendien openbaart de software ook de persoonsgegevens van de scholieren en hun leraren, als hun oude werkstuk uit de database opduikt. Dat zou de privacy schenden.
De makers van het populaire Nederlandse anti-plagiaatprogramma Ephorus begrijpen de privacybezwaren, zegt international sales manager Hadewich Hoekstra. Daarom vergelijkt Ephorus nieuwe werkstukken alleen met teksten op internet en met oude werkstukken uit het archief van de klant.
‘Instellingen kunnen hun databases wel delen’, aldus Hoekstra, ‘maar dan kunnen ze alleen zien welke alinea’s uit een oude scriptie van een naburige hogeschool of universiteit komen. Ze zien niet de scriptie zelf en weten niet welke student hem geschreven heeft.’
Nieuws