Donderdag is het Gedichtendag. Overal staan dichters op de planken, hangen gedichten aan gevels en doen liefhebbers mee aan schrijfworkshops. In alle overdaad dringt de vraag zich op: welk gedicht hoort iedere student van buiten te kennen?
HBO-raad-voorzitter Doekle Terpstra denkt meteen aan het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus.Dat zouden studenten uit het hoofd moeten kunnen meezingen: Mijn schild ende betrouwen/ zijt Gij, o God mijn Heer,/op U zo wil ik bouwen,/ Verlaat mij nimmermeer.
“HetHuwelijk van Willem Elsschot”, raadt de huidige Dichter des Vaderlands Driek van Wissen aan. Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad/staanwetten in den weg en praktische bezwaren,/en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,/en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. “Elsschot is mijn lievelingsdichter. Dit is zonder opsmuk geschreven. Het is misschien een beetje cynisch, maar wel treffend en erg mooi.”
Tsead Bruinja, kandidaat-Dichter desVaderlands, noemt een gedicht van J.A. dèr Mouw: ’k Ben Brahman. Maarwe zitten zonder meid./ Ik doe in huis het een’ge dat ik kan:/ ‘K gooi mijnvuilwater weg en vul de kan; Maar ‘k heb geen droogdoek; en ik mors altijd.“Het is een gekke, maar grappige tekst. Je kunt er anderen mee vermaken, maar ook jezelf. Het is klassiek, maar soms klinkt het bijna als straattaal, wanneer hij het heeft over de vereelte handen van zijn vrouw. Je proeft de muzikaliteitvan het Nederlands.”
Stemmen voor de Dichter des Vaderlands kanoverigens hier.