Interview

Van studente social work tot wereldkampioen kickboksen

Foto: Kees Rutten

Nina van Dalum (21) is wereldkampioen kickboksen. De afgelopen vier jaar studeerde ze Social Work aan de HU en nu werkt ze parttime in de kinderopvang. ‘Ik ben verder totaal niet agressief.’

Al vanaf haar twaalfde kickbokst Nina van Dalum. Op 17 september won ze het wereldkampioenschap in de gewichtsklasse tot 57 kilo. De Belgische titelhouder Hélène Conard (33) legde het af tegen haar jonge concurrent. Naast Nina’s drukke schema – twee keer per dag trainen, trainingen geven, wedstrijden spelen en parttime werken bij de kinderopvang-, heeft ze ook nog tijd voor een interview met Trajectum. Ze spreekt rustig en klinkt vriendelijk. Op haar Whatsapp-profielfoto knuffelt ze met een hondje in de supermarkt.

Gefeliciteerd met je overwinning. Hoe ging de wedstrijd?

‘Dank je wel! Ik had al een keer met Hélène gevochten en toen had ik verloren. Nu wist ik wat ik kon verwachten. Ze is sterk en rende soms hard op mij af, dus ik heb ervoor moeten strijden. De wedstrijd bestond uit vijf rondes van twee minuten. In de derde ronde had ik een terugval door een harde rake stoot, waardoor ik even aangeslagen was, maar ik herpakte mezelf snel. Omdat ik mijn knie op haar hoofd duwde, had ik achteraf wel last van die knie. En mijn oog was een beetje blauw. Verder viel het mee. Ik was blij met de overwinning, maar dat besef kwam de volgende dag pas.’

‘Het bloed droop gelukkig niet in mijn oog, want als dat gebeurt moet je stoppen.’

Je ziet er niet agressief uit.

‘Mensen zeggen vaak: “Ik had niet verwacht dat je kickbokst.” Maar hoe ziet iemand eruit die kickbokst? Kickboksen staat bekend als een agressieve sport en tijdens een wedstrijd denk ik: het is zij of ik. Verder ben ik totaal niet agressief. Mijn verwondingen vallen vaak mee. Eén keer moest ik na een wedstrijd gehecht worden omdat ik een kopstoot kreeg tegen mijn wenkbrauw. Het bloed droop gelukkig niet in mijn oog, want als dat gebeurt moet je stoppen. Kickboksen is een sport waarin we respect hebben voor elkaar. Als ik train met een zwaardere jongen, moet hij zich aanpassen aan mijn niveau en kracht. En na het wereldkampioenschap bedankten Hélène en ik elkaar. Achteraf plaatste ik een bericht op social media over mijn winst, maar daarin spreek ik met respect over haar en zeg ik dat het een harde partij was.’

Heb je een leuk studentenleven gehad aan de HU?

‘Vóór en na schooltijd trainde ik een uur. Ik ging wel eens met vriendinnen van school iets drinken, maar uitgaan zat er niet in. Klasgenoten snapten niet dat ik een paar weken voor een wedstrijd geen alcohol meer dronk. Op mijn zestiende vond ik het lastig om “nee” te zeggen tegen feestjes. Ik was bang dat mijn vriendinnen dat stom vonden en mij niet meer zouden vragen.’

Wat had de HU beter kunnen doen voor jou als topsporter?

‘In het derde jaar heb ik contact gezocht met topsportbegeleiding op de HU. Door mijn trainingen had ik te weinig uren stage gelopen en ik wilde kijken of er een uitzondering kon worden gemaakt. De eerste twee jaren heb ik zonder begeleiding doorlopen. Ik wist dat ik het kon aanvragen, maar er is door docenten nooit op aangestuurd. Het moest vanuit mezelf komen. De begeleiding voor topsporters is handig, maar het kan meer worden gepromoot.’

‘Ik snap dat het ouders kan afschrikken als ze horen dat een leidster van de opvang wereldkampioen kickboksen is.’

Na je studie ben je bij de kinderopvang gaan werken. Heb je wel eens de neiging om een klap uit te delen?

‘Haha, nee, gelukkig niet. Ik ben heel lief voor de kinderen. Sowieso ben ik best soft. Ik heb nooit met iemand gevochten buiten het kickboksen om. Ik snap dat het ouders kan afschrikken als ze horen dat een leidster van de opvang wereldkampioen kickboksen is, maar de ouders kennen mij en weten hoe ik ben. Dat ik normale kleding draag en rustig ben. Oudere kinderen vinden het vaak cool. De burgemeester van Wijk bij Duurstede kwam langs op de opvang om mij te feliciteren en dat vindt iedereen leuk.’

Kun je ooit je brood verdienen met kickboksen?

‘Badr Hari en Rico Verhoeven wel. Iedereen kent hen. Hoe zwaarder je bent, hoe eerder je ervan kunt leven. Je speelt dan in een klasse waar meer publiek voor is. Maar steeds meer mensen ontdekken dat het ook leuk is om naar andere kickboksers te kijken, bijvoorbeeld doordat ze naar het voorprogramma van Hari en Verhoeven kijken. Ik verdien nu geld door wedstrijden en sponsoren. Het bedrag verschilt per wedstrijd, maar is niet genoeg om van te leven. Misschien dat dat over een tijd wel lukt, maar dan zal ik eerst bekender moeten worden. Door mezelf meer te promoten op sociale media en door meer wedstrijden te winnen. Voor nu heb ik het naar mijn zin bij de kinderopvang, ik ben er blijven hangen na mijn afstuderen. Het lijkt me leuk om later Social Work met sport te combineren. Door jongeren te helpen met sport als therapie.’