Interview

Student Niusha helpt de vrouwen in Iran (en laat zich niet bang maken)

Foto: Kees Rutten

Niusha Froozesh helpt de Iraanse bevolking tegen het huidige regime. Er bestaan volgens de communicatiestudent wat misverstanden over de vrouwen. De grootste misvatting? ‘Dat wij niets kunnen doen om ze te helpen.’

Niusha (30) komt aangelopen, keurig op tijd, fris gekapt en grote glimlach. Ze praat zorgvuldig, weegt haar woorden en is stellig over bepaalde zaken: ‘Over mijn ouders praat ik niet.’ Die beschermt ze.

Niusha: ‘Dit zijn geen “protesten” meer. Het volk verzet zich al 43 jaar en het regime zal het land moeten verlaten. Het is een revolutie. Terugkrabbelen is geen optie, want dan zal de onderdrukking grenzeloos zijn, uit wraak.’

Gevlucht

Niusha was acht toen ze met haar ouders vluchtte voor het huidige regime. Haar herinneringen aan het land zijn bitterzoet. ‘Ik denk terug aan de wekelijkse feesten bij ons. De geur van jasmijn, bandarimuziek en het dansen. Maar het was allemaal verboden. Op school moest ik een hoofddoek op. Die was warm, duwde tegen de onderkant van mijn kin en jeukte.’

‘Dit verhaal moet niet om mij gaan.’ Maar Niusha weet alles nog. Ze liep met haar ouders drie weken non-stop naar Nederland. Kilometers ploeteren door de bossen van Bosnië en Kroatië, illegale ritten in vrachtwagens, niet wetende waar ze terecht zouden komen. ‘Ik had het koud en was heel bang.’
Daarna Ter Apel: dagelijks tien uur lang op een bankje zitten, met twee keer per dag een boterham, een pakje melk en een appel. ‘Ik werd gefouilleerd: dat vond ik het engst.’

In Nederland wonen en Iran helpen

Nu, 22 jaar later, voelt Niusha zich soms schuldig dat zij hier veilig in Nederland woont. Ze doet mee aan protesten en probeert Iran te helpen. Op haar Insta-account deelt ze tips en sluist ze informatie door. ‘Het internet valt daar voortdurend uit. Dat doet het regime, omdat het niet wil dat de bevolking zich organiseert. En de wereld mag niet zien hoe onmenselijk de bevolking wordt behandeld.’

Op één van de video’s is te zien hoe je een masker kunt maken dat beschermt tegen traangas. Je snijdt een colafles in de lengte door, houdt hem op zijn kop, draait de dop eraf en legt verpulverde kolen en watten in de hals. Niusha schiet in de lach: ‘Het klinkt maf, maar ze zijn daar nu noodzakelijk.’

Niusha tagt met haar informatie allerlei instanties, politici en mensenrechtenorganisaties. ‘Ik heb contact gezocht met NOS, de BBC en CNN. Maar ook met leiders uit Canada, Amerika en Duitsland.’ Namen noemt ze niet. ‘Te gevaarlijk.’

Met de dood bedreigd

Ze deelde al eerder berichten over Iran met de media. ‘Het bleef weken stil. The New York Times schreef er het eerst over. Met een verkeerd bericht. “Iraanse bevolking protesteert tegen slechte economie”, kopte de krant. Onzin. Maar daarna ging wel de rest van de wereld zich er ook in verdiepen.’

Het aantal doodsbedreigingen dat ze ontving van het militaire elitekorps van Iran (IRGC) Is niet meer te tellen. De strekking is vaak hetzelfde: ‘De volgende keer dat je in Iran komt zul je sterven.’ Maar ze laten haar koud. ‘Elke Iraniër in Nederland heeft verhalen van martelingen en moorden. We zijn niet onder de indruk van zoiets. Van mijn positie in Nederland kunnen de mensen daar alleen maar dromen. Het is mijn plicht door te gaan en ik laat me de mond niet snoeren.’

‘Dit kan het Westen doen’

Wat Niusha (en de rest van de Iraniërs in Nederland) met Iran wil? ‘Dat het islamitische regime terug gaat naar de hel’, grinnikt ze. Dan serieus: ‘Momenteel is de grondwet in Iran gebaseerd op de Sharia. Wij willen een grondwet waarin staat dat iedereen gelijk is, ongeacht of je nu moslim bent, christen of atheïst. Er bestaan meer dan veertig etniciteiten in Iran en daar zijn we trots op. Wij vieren elkaars tradities, cultuur en liedjes. Maar het mag niet, want als je atheïst bent, zoals ik, ben je fucked.’

Wat vraagt Niusha aan al die leiders en bestuurders die ze via Insta en e-mail benadert? ‘Wat wij van het Westen willen is geen geld, geen wapens, geen bezetting. We hebben geld genoeg. Wat we wél willen is dat het de geldkraan dichtdraait, zodat het regime zijn olie niet meer kan verkopen. Doordat veel landen zaken doen met het regime, blijft het ons onderdrukken.’

Hoopvoller dan ooit

Niusha studeert, werkt en leeft haar studentenleven, terwijl ze angstig is voor wat Iran te wachten staat. ‘Maar ik ben ook hoopvol. Van alle 85 miljoen mensen in Iran is 65 procent onder de dertig jaar. Van de vrouwen heeft 90 procent een bachelor of meer. Kortom, de intelligentie is er en de behoefte aan zeggenschap over het eigen lichaam ook.

De mannen in Iran steunen de protesten met hart en ziel. Ze zingen protestliedjes “Voor mijn zus, voor jouw zus, voor onze zussen” en gooien letterlijk hun lichaam tussen de vrouwen en de politie. Het is ook in hún belang dat er een andere regering komt. Zoals het er nu is, wil niemand kinderen. De enige baan die je kunt krijgen is bij de staat. En daar worden vrouwen dagelijks aangerand of erger. Hoe groot de groep is die voorstander is van het regime? Dat weten we niet, het is een steenrijke minderheid.’

Niusha schampert: ‘Wil je een fun fact? De kleinkinderen van het islamitische regime zijn verspreid over de wereld overal aan het studeren, zonder hoofddoek, mét drank en muziek. Ze wonen in villa’s en rijden in Lamborghini’s. Terwijl al onze intellectuelen, wetenschappers en vrije denkers nu in de strengst bewaakte Evin-gevangenis zitten. We zeggen wel grappend tegen elkaar: “Gooi de Evin open en je hebt de nieuwe regering.”’

Reacties

Niusha komt soms in de publiciteit en de reacties zijn ook in Nederland niet alleen positief. ‘Ik krijg tientallen berichten van islamitische meisjes die me bedanken. “Ik moet ook een hoofddoek op terwijl ik hem niet wil”, schrijven ze me. Maar ik krijg ook de andere kant. “Waarom ben je tegen ons, want dit is niet ónze Islam”, zeggen sommigen.

Het is treurig dat het huidige regime The Islamic Republic heet. Want het verbranden van hoofddoeken gaat niet over het geloof. Het gaat over onderdrukking van vrouwen en over autonomie hebben over je eigen lichaam. Om het verbranden van hoofddoeken “islamofobie” te noemen, leidt af van waar het echt om gaat. Iedereen mag vrij zijn om wel of geen hoofddoek te dragen.’

Iedereen kan helpen

Volgens Niusha kan iedereen helpen. ‘Gebruik je social media om aandacht te vragen voor de vrouwen in Iran en teken de petities. Of kijk op #mahsaamimi en deel iets van het betrouwbare nieuws wat je daar vindt. Ook al ben je in je eentje, je hebt altijd invloed op jouw netwerk. Samen hebben wij invloed op het maatschappelijke debat. Bovendien krijgen vrouwen hoop als ze ons mee zien doen. Als je echt een held wil zijn, mail een lokale politicus met de vraag dit onderwerp op de politieke agenda te zetten.’

Moeten we ons haar afknippen? Niusha schudt haar hoofd. ‘Ons haar was altijd al heilig en het afknippen ervan uit opstand gaat eeuwen terug. De revolutie gaat haar vijfde week in en de hype in het Westen is nu wel voorbij. Wat ons nu te doen staat is vooral: alle petities tekenen en openlijk steun betuigen.’

Terwijl Niusha haar spullen pakt, besluit ze met de volgende woorden: ‘Uit onderzoek blijkt dat een land veel succesvoller wordt zodra je de vrouwen gelijkwaardig behandelt. Wil je dat nog opschrijven?’