Journalistiekstudent en columnist Jelle de Ru neemt afscheid van Denemarken, zijn veilige internationale bubbel sinds het begin van dit schooljaar.
Daar zit je in de Aarhus Street Food Market met je Belgische biertje en je Franse crêpe, die verdacht veel op een pannenkoek lijkt. Lekker slap te ouwehoeren, zoals je dat alleen kan met iemand die uit onze hoofdstad komt. Na een heel semester opgetrokken te hebben met internationals, vier je een van je laatste avonden in Denemarken met een exchange-student van dezelfde school als jij. Het Engels heb je ingeruild voor Amsterdams met een dubbele tong. Nog maar één lesdag; de kerstboom staat al geruime tijd opgetuigd op school en alle Denen hebben het al lang en breed over de kerstvakantie, terwijl jij nog loopt te zweten voor de laatste presentatie.
Je beste vrienden uit Nederland sturen je foto’s dat je favoriete bier al klaar staat, in de hoop dat je als eerste naar hun toe rijdt. Een enorm dubbel gevoel. In mijn hoofd zit ik alweer in Nederland, maar je wilt ook alles halen uit de laatste dagen hier terwijl je langzaam afscheid neemt van iedereen. Druppelsgewijs verlaat iedereen de veilige bubbel van de uitwisseling, terug naar het land van herkomst of een lange reis door Europa. Hopelijk is voor sommige mensen Nederland een tussenstop.
Een avond in de laatste week, in de Deense blues-bar, de laatste keer dat je hier kan opgaan in een gitaarsolo en over muziek kan praten met je goede vriend uit Brussel. Aan de bar bestel je nog één keer zo’n lekker glaasje Glück, een soort winterse sangria, glühwein met nootjes en gedroogd fruit. Niets drinkt zo fijn als de angst om je te verslikken in elke slok die je neemt.
Van de echte Deense Hygge heb ik de afgelopen maanden weinig meegemaakt (Hygge staat ruw vertaald voor het creëren van een fijne, warme sfeer en het genieten van de goede dingen in het leven), maar oer-Hollandse gezelligheid was er genoeg.
De laatste twee weken hier in Aarhus voelde een beetje alsof het al Nieuwjaar is. Je blikt terug op alles wat je hebt gezien en meegemaakt, maar je weet dat er in Nederland weer heel veel fijne avonturen te wachten staan. Je denkt terug aan alles waar je dankbaar voor kan zijn en je realiseert dat dit teveel is om dit binnen zeshonderd woorden te laten passen.
Afgelopen weekend: de laatste international-avond. De laatste keer dat je iedereen ziet bij een gezellig georganiseerd diner, dat je daarna dronken over de straten bij Aros museum zwiert, op zoek naar een club die de juiste hitjes draait die jou en je vrienden een avond geven om nooit meer te vergeten. Niemand wil die avond echt afscheid nemen, inclusief ik, dus hoe moe we ook zijn, we verlaten om zeven uur ‘s ochtends de laatste afterparty.
Wachtend op de eerste bus richting je dorm, trotseer je samen met iemand uit Rusland de kou (en koud dat het was!) Allebei gaan we gillend over straat alsof we een nieuwjaarsduik namen. In de bus val je in slaap met je tas naast je; daarin zitten dure camera’s vol onbetaalbare herinneringen. Je schrikt wakker en ziet dat iemand je tas probeert weg te grissen voor hij uitstapt bij de bushalte, maar ook dat je vriend uit Rusland hem tegenhoudt. Je knuffelt je tas nog eens stevig, bedankt jouw Rus nog eens voor alles en slaapt nog een paar haltes even je roes uit.
Ook ik verlaat bijna deze veilige internationale bubbel, terug de echte wereld in.