Veranderingen op onze hogeschool gaan steeds sneller. Er moet meer aandacht aan onderzoek besteed worden, zegt het College van Bestuur en zeggen dus ook de faculteit directies. Het moet wel toegepast onderzoek zijn. Initiatieven moeten hiervoor van de lectoraten komen. Dat loopt mondjesmaat, want lang niet alle lectoren zijn tevens goeie acquisiteurs. Geld moet binnenkomen via subsidies en opdrachten uit het bedrijfsleven. En hoe staat het met de kenniscirculatie, dus de cognitieve contacten tussen lectoren, docenten en studenten? De positieve veranderingen zijn her en der zichtbaar, maar nog lang niet overal.
En houden de veranderingen in het onderwijs gelijke tred met die in het bedrijfsleven? Als je alleen al ziet wat een moeite het kost om het curriculum om te bouwen van studiepunten naar European Credits. En daarna curricula van 3 naar 5 EC (studiepunten). Het onderwijs zou er flexibeler door worden. Bekend moet zijn: hoe groter het schip des te moeilijker wendbaar (vraag het Michiel de Ruyter). Er wordt eindeloos vergaderd en stapels papier geproduceerd, terwijl bijna elke maand geavanceerdere mobieltjes op de markt komen. Steeds meer studenten communiceren op hun iPod of Blackberry. Want het bedrijfsleven wacht niet tot wij uitvergaderd zijn, zij denderen door.